Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Herhaling hoofdstuk 4
Welkom bij Nederlands!
1 / 24
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
In deze les zitten
24 slides
, met
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom bij Nederlands!
Slide 1 - Tekstslide
4.3 Lezen: uitleg
Slide 2 - Tekstslide
Beeld en opmaak
Een schrijver kan zijn tekst laten opvallen. Hij gebruikt daarvoor beeld en opmaak.
Dat is de manier waarop een tekst is vormgegeven.
Slide 3 - Tekstslide
Hoe kan de schrijver een tekst laten opvallen?
Door de verdeling van de tekst over de bladzijde of het beeldscherm;
Door de soort letter en de grootte van die letter;
Door het gebruik van kleuren;
Door de plaatjes bij de tekst.
Een ander woord voor beeld en opmaak samen is:
lay-out
.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Tekstsoorten
Een schrijver heeft altijd een doel als hij een tekst schrijft: het tekstdoel.
Alle teksten met
hetzelfde tekstdoel, horen bij dezelfde tekstsoort.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Het leespubliek
Slide 8 - Tekstslide
Het leespubliek
Een schrijver schrijft zijn tekst niet voor iedereen, maar voor een bepaalde groep lezers.
De groep lezers voor wie een tekst is geschreven, noem je het leespubliek.
Slide 9 - Tekstslide
Het tijdschrift Tina
Het tijdschrift Voetbal International
Slide 10 - Tekstslide
Leespubliek herkennen
Slide 11 - Tekstslide
4.5 Woorden
Slide 12 - Tekstslide
Trappen van vergelijking
Met een
bijvoeglijk naamwoord
kun je dingen vergelijken.
Je verandert dan het bijvoeglijk naamwoord met een achtervoegsel.
Dit noemen we de trappen van vergelijking.
•
Slide 13 - Tekstslide
Uitzonderingen
Sommige woorden veranderen in de trappen van vergelijking:
• goed – beter – best
• graag – liever – liefst
• veel – meer – meest
• weinig – minder – minst
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
4.7 Grammatica
Slide 16 - Tekstslide
Splitsbare werkwoorden
Splitsbare werkwoorden zijn werkwoorden die uit twee delen
kunnen bestaan.
opeten - Ik
eet
die taart wel
op.
nakijken - Mijn docent
kijkt
de toetsen altijd snel
na
.
uitnodigen - Wij
nodigen
jou
uit
.
Je benoemt de beide delen als werkwoord (ww).
Slide 17 - Tekstslide
Voorzetsel of splitsbaar werkwoord?
Kijk eerst goed wat het hele werkwoord is.
Ik zit op de bank.
hele werkwoord = zitten
op = voorzetsel
Let je goed op?
hele werkwoord = opletten
op = deel van een splitsbaar werkwoord
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
4.8 Spelling
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Een samenstelling
Een samenstelling maak je van twee of meer woorden.
Soms moet je tussen de woorden een extra letter zetten: een tussen-s of een tussen-n.
koekenpan
stadscentrum
Slide 22 - Tekstslide
Wanneer schrijf je een tussen-s?
Een tussen-s schrijf je als je die hoort:
stationsplein, streepjescode, meningsverschil
Slide 23 - Tekstslide
Wanneer schrijf je een tussen-n?
Slide 24 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
5.1 Fictie
April 2023
- Les met
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Herhaling 4.3, 4.5 en 4.7 voorbereiding voor de toets
April 2024
- Les met
38 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
2Tb Lezen 4.3 (2)
Maart 2024
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Lezen; herhaling van eerder geleerde begrippen
Mei 2021
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Lezen 4.3 - 2 kgt
Maart 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 2
Lezen 4.3 - 2 kgt
Juni 2023
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 2
Lezen 4.3 - 2 kgt
April 2021
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 2
2kgt 4.3 Lezen
Februari 2023
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2