8 Woorden H3 les 2

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

WELKOM 1B Deze les
Vandaag:
  1. Uitleg theorie
  2. Opdrachten met woorden (raden, uitbeelden etc.)
  3. Oefeningen maken










Slide 2 - Tekstslide

Goede tijden, ... tijden.
Zij steunden elkaar door dik en ... .
Donald Duck, een vrolijk weekblad voor jong en ... .
Oost, ... thuis best.


Slide 3 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van een tegenstelling (zoals winnen-verliezen)

Slide 4 - Open vraag

WELKOM 1B Tegenstellingen
Sommige woorden vormen samen een tegenstelling. De woorden betekenen dan precies het tegengestelde van elkaar.

Voorbeeld van tegenstellingen:
warm ↔ koud
geven ↔ nemen
rijk ↔ arm
boven ↔ onder
groot ↔ klein
winnen ↔ verliezen

Slide 5 - Tekstslide

WELKOM 1B Tegenstellingen
Sommige woorden vormen samen een tegenstelling. De woorden betekenen dan precies het tegengestelde van elkaar.


Soms heeft een woord meer dan één betekenis. Het kan dan bij meer tegenstellingen horen:

nauw ↔ breed
nauw ↔ los

licht ↔ donker
licht ↔ ?





Slide 6 - Tekstslide

WELKOM 1B Tegenstellingen, voor- en achtervoegsels
Sommige woorden krijgen een tegengestelde betekenis door er een voorvoegsel of achtervoegsel aan te plakken.


De voorvoegsels on- en anti- betekenen niet of tegen:

onopvallend = niet opvallend
antigriepprik = een prik tegen de griep







Slide 7 - Tekstslide

WELKOM 1B Tegenstellingen, voor- en achtervoegsels
Het achtervoegsel -loos betekent zonder:

liefdeloos = zonder liefde
kansloos = zonder kans









Slide 8 - Tekstslide

WELKOM 1B Tegenstellingen, voor- en achtervoegsels
Niet of tegen:
on-
anti-

Zonder ...:
-loos









Slide 9 - Tekstslide

Nederlands 1B :) Plaatjes zoeken

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht
1. Kies een woord uit de woordenlijst.
2.  Zoek een plaatje dat bij het woord past.
3. Zet het woord en het plaatje bij de opdracht op de volgende dia.

Slide 11 - Tekstslide

Antwoord met een woord uit de
woordenlijst, zet er een bijpassend
plaatje bij.
timer
3:00

Slide 12 - Open vraag

De tekening raden
  • Kies een woord uit de woordenlijst
  • Bedenk hoe je het zou kunnen tekenen

  • Iemand mag op het bord tekenen
  • De rest gaat raden

Slide 13 - Tekstslide

Bedenk in een tweetal:
  • Kies een woord
  • Bedenk hoe je dat samen kunt uitbeelden, zonder te praten

Slide 14 - Tekstslide

Oefeningen maken
Maak van woorden 3.5
opdracht 11, 12

Klaar? Oefen met de woordtrainer

Slide 15 - Tekstslide

Nederlands 1B :) Woord van de week
Uniek

  • Betekenis: uitzonderlijk, waar er maar één van is.


Slide 16 - Tekstslide

Nederlands 1B :) Woord van de week H3
Samen oefenen:
Ga naar opdracht 3 van 3.5

Daarna: de woordenlijst doorlezen



Slide 17 - Tekstslide

Nederlands 1B :) Woorden 3.5
Zelf oefenen:

Maak opdracht 4, 5, 7, 8, 9, 10a en b (10c hoeft niet)

Klaar? Verder lezen in je leesboek.

Straks: Repetitie en boekopdracht inzien.




Slide 18 - Tekstslide