Hfst 2 Voedingsstoffen

Hfst 2.

Voedingsstoffen

1 / 21

Slide 1: Tekstslide

Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

Lesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Hfst 2.

Voedingsstoffen

Slide 1 - Tekstslide

Vorige week

Toetsen zijn nagekeken neem ze mee naar huis.

Opdrachten zijn nagekeken.

Oefening is niet altijd voor een cijfer.

Maak ze daarom wel dan weet wat er moet gebeuren als het wel voor een cijfer is.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel

Je weet wat macro- en micro-voedingsstoffen zijn en wat de functie energie geven precies inhoudt

Slide 3 - Tekstslide

Begrip BELANGRIJK

Voedingsmiddel=alles wat je eet en drinkt

Voedingsstoffen= zijn de stoffen die in voedsel zitten en die ons lichaam nodig heeft om gezond te blijven.

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn voedingsstoffen?

Bruikbare bestandsdelen in voeding.

Het hangt af van

Het geslacht

De leeftijd

Het soort werk

Slide 5 - Tekstslide

Functies

Opbouw van ons lichaam

Het regelen van lichaamsprocessen

Energie geven aan het lichaam

Slide 6 - Tekstslide

Energie nodig

te bewegen

te werken

je lichaamstemperatuur op 37 graden te houden

De eenheid voor energie is kcal soms worden er kilojoules gebruikt

Slide 7 - Tekstslide

Energiebalans

De energie inname moet gelijk zijn aan het energieverbruik.

Maak opdracht 2.02

Slide 8 - Tekstslide

Vitamines

Bedoeld voor het functioneren van het lichaam

Vier in vet oplosbare vitamines a,d,e,k

Negen in wateroplosbare vitamines b1,b2, b3,b5, b6, b8, b12

Slide 9 - Tekstslide

Vitamine A

Is goed voor huid,ogen, groei en weerstand

Komt voor in Lever, vis, melk, groente.

Toegevoegd aan margarine, halvarine en bak en braadproducten

Slide 10 - Tekstslide

Vitamine B

Zorgt ervoor energie op niveau blijft

Komt voor in vis vlees en brood.

We lezen gezamelijk bladzijde 130 en 131 en maken in STILTE opdracht 2.06

Slide 11 - Tekstslide

Vitamine c

Komt voor in groente, fruit en aardappels

Is belangrijk voor weerstand, botten, tanden, huid, bloedvaten, zenuwstelsel en energie

Maak opdracht 2.07

Slide 12 - Tekstslide

Vitamine D

Dit maak jezelf door middel van zonlicht.

Komt voor in vette vis

Zorgt voor stevige botten, tanden, weerstand en sterke spieren

Maak opdracht 2.08

Slide 13 - Tekstslide

Vitamine E

Beschermt de cellen, bloedvaten, organen, ogen en weefsel

Komt voor in plantaardige olie, granen, noten, zaden, groente en fruit

Slide 14 - Tekstslide

Vitamine k

Belangrijk voor bloedstolling en botstofwisseling

Pasgeboren baby's krijgen het toegediend

Komt voor in spinazie, broccoli, granen en olien.

Maak opdracht 2.09

Slide 15 - Tekstslide

Mineralen

Mineralen zijn nodig voor allerlei lichaamsprocessen

Mineralen die je moet kennen zijn:

IJzer, Zink, Koper, Magnesium, Selenium, Kalium, Calcium, Fosfor en Jodium

Slide 16 - Tekstslide

Eiwitten

Komen voor in vlees, vis, vleesvervangers, melk , melkproducten en eieren.

Plantaardig bonen, peulvruchten, groenten, noten en zaden

Bouwstof voor huid, spieren, botten, en bloed.

Het lichaam heeft voortdurend eiwitten nodig.

Slide 17 - Tekstslide

Koolhydraten

Komen voor in brood, ontbijtgranen, aardappelen peulvruchten, groente en graanproducten

Zij geven je lichaam energie.

Maak opdracht 2.13

Slide 18 - Tekstslide

Vetten

Twee soorten

Verzadigd vet is ongezond

Onverzadigd vet is oke

Slide 19 - Tekstslide

Water en vezels

Vezels zorgen voor verzadiging.

Water 1,5 liter per dag nodig

Slide 20 - Tekstslide

Maken

Opdracht 2.16 en 2.19

Slide 21 - Tekstslide