infecties eninfectieziekten

Learnbeat 29.1
Infecties en infectieziekten
Deel 1 : A t/m C
Leerwerkkaart: verlenen van individuele zorg/ kennis
 


1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Learnbeat 29.1
Infecties en infectieziekten
Deel 1 : A t/m C
Leerwerkkaart: verlenen van individuele zorg/ kennis
 


Slide 1 - Tekstslide

Oorzaak van infecties
Micro-organismen :
virussen 
bacterien 
schimmels en gisten
wormen

 micro-organismen samen op één plek noemen we ‘flora’ :
darmflora, mondflora, huidflora en vaginale flora.

Residente flora: deze verzameling micro organismen heb je altijd bij  

Slide 2 - Tekstslide

ziekte verwekkende micro organismen
a-pathogeen: deze micro-organismen doen ons geen kwaad, ze zijn niet-ziekteverwekkend. 

opportuun pathogeen: deze micro-organismen zijn alleen ziekmakend als ze daarvoor de kans krijgen. Bijvoorbeeld als ze op de verkeerde plaats terechtkomen:
micro-organismen uit de huidflora die in een open wond terechtkomen.

pathogeen (ziekteverwekkend): pathogene ziekteverwekkers maken mensen ziek. Zij veroorzaken specifieke ziekten, met herkenbare symptomen. bijv. griep(influenzavirus). waterpokken (varicellavirus)
Of een micro-organisme iemand ziek maakt, hangt van allerlei factoren af


Slide 3 - Tekstslide

Welke factoren kunnen een rol spelen of je al dan niet ziek wordt?

Slide 4 - Open vraag

Overleven van micro-organismen
De meeste pathogene en opportuun pathogene micro-organismen:

hebben een juiste temperatuur nodig; ze gedijen het best bij lichaamstemperatuur of kamertemperatuur
hebben vocht nodig om te overleven
hebben voeding nodig: vooral suikers en eiwitten

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer spreek je van een besmetting?
A
Wanneer iemand zich niet lekker voelt na het eten van bedorven voedsel.
B
Wanneer een persoon een allergische reactie heeft op pollen.
C
Wanneer een virus of bacterie het lichaam binnendringt en zich vermenigvuldigt.
D
Wanneer iemand een vaccinatie krijgt tegen een ziekte.

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Beruchte ‘opstapplaatsen’ van micro-organismen zijn:
andere handen ,deurkrukken, kraanhendels, handgrepen, lichtknopjes
touchscreens van mobiele telefoons en tablets
toetsenborden van laptops en pc's
tilmatten
urinaal, ondersteek 
bekkens en incontinentiemateriaal

Overdracht door aanraking; directe overdracht (via een kus bijv) indirect overdracht  via een voorwerp(toiletbril)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Infectiepreventie
Alle maatregelen die tot doel hebben te voorkomen dat mensen ziek worden door micro-organismen, zoals bijv:
- vrijkomen uit de bron: bijvoorbeeld door in de elleboog te hoesten of door het dragen van een mond-neusmasker tijdens bepaalde handelingen.
- micro organismen  die een nieuw doel bereiken: bijvoorbeeld door handen te wassen of te desinfecteren met handalcohol.
- zich verplaatsen: bijvoorbeeld door tocht tegen te gaan of door een sluizensysteem te gebruiken.

 Infectiepreventie staat of valt met de aandacht voor handhygiëne.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Welke voorzorgsmaatregelen moet een zorgorganisatie treffen om de overdracht van micro-organismen te voorkomen?
A
Persoonlijke en Hand hygiene (hanmddesinfectans)
B
het verstrekken van persoonlijke beschermingsmiddelen
C
het melden van infecties bij medewerkers
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

bacteriële infectieziekten
tuberculose
infecties door hemolytische streptokokken groep A
nekkramp of meningitis

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk
lees en bestudeer
Learnbeat 29.1 A, B en C en maak de opdrachten

Slide 22 - Tekstslide