10.4 Resorptie

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Reflectie 10.3 (1) 

1. Noem het enzym dat actief is in de maag.

2. Wat is de pH-optimum van dit enzym?

3. Beschrijf de vorming en activatie van dit enzym.

4. Wat doen verteringsenzymen in het algemeen?

5. Welke voedingsstoffen moeten worden verteerd?

6. Welke prikkel zorgt voor het openen van de maagportier?

Reflectie 10.3

Het plaatje rechts geeft de vertering van eiwitten weer.

Opdracht 1: Maak zelf een bijschrift bij dit plaatje.

Opdracht 2: Waarom is de dunne darm iets zuurder dan de twaalfvingerige darm? 

Uitleg 10.4

Leerdoelen:

1. Je kunt uitleggen hoe de dunne darm is opgebouwd en hoe de vorm gerelateerd is aan de functie.

2. Je kunt uitleggen hoe de verschillende verteringsproducten worden opgenomen in het bloed 

3. Je kunt beschrijven wat er met de opgenomen voedingsstoffen gebeurd na de opname in het bloed

4. Je kunt de functie van de dikke darm uitleggen

De bouw van de dunne darm

Resorptie in de dunne darm

Na de opname door het darmepitheel

De meeste voedingsstoffen worden na de opname in de darmcel afgegeven aan een bloedvat.

Met glycerol en vetzuren gebeurd vaak echter wat anders:

1. In de darmcel worden de glycerol en vetzuren weer omgevormd tot complete vetten

2. Daarna worden ze afgegeven aan het lymfe

De dikke darm

Darmflora: Bacteriën in de darm -> bevatten verteringsenzymen die de menselijke cellen niet kunnen maken of produceren belangrijke stoffen die mensen kunnen gebruiken zoals vitamine K

Opname vocht uit resterende voedselbrij

Opname mineralen uit resterende voedselbrij

Endeldarm verzameld de poep

Kleine lesafsluiter (speedrun)

1. Zet in volgorde van groot naar klein: Darmvlok, Darmplooi, Microvilli 

2. De darmwand bestaat uit verschillende lagen. Zet de lagen in de juiste volgorde van buiten naar binnenste. Bloedvaten, Spierlaag, Darmepitheel, Darmholte, Lymfevaten

3. Welke van de volgende stoffen kunnen via diffusie vanuit de darmholte naar het bloed? Water, Vetten, Suikers, Mineralen, Vitaminen

4. Waar worden vetten aan afgegeven na opname door een darmepitheelcel?

5. Hoe noemen we het transport van stoffen vanuit het weefsel naar het bloed?

6. Welke processen vinden plaats in de dikke darm?

7. Wat is de rol van darmflora? 

Aan de slag:

Eerste 10 minuten in stilte

10.4 51 t/m 59

Klaar? NAKIJKEN!