H10 voeding en vertering

H10 voeding en vertering
voeding (voedingsmiddelen en voedingsstoffen)
anatomie
vertering van voeding
opname van voedingsstoffen
enzymen
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 44 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H10 voeding en vertering
voeding (voedingsmiddelen en voedingsstoffen)
anatomie
vertering van voeding
opname van voedingsstoffen
enzymen

Slide 1 - Tekstslide

Darmflora

probiotica: nuttige bacteriën in voedsel
prebiotica: onverteerbare plantendelen die dienen bijdragen aan een gezonde darmflora

Slide 2 - Tekstslide

voedingsstoffen
Koolhydraten
Vetten
Eiwitten
Water
mineralen (spore-elementen)
vitamines
(voedingsvezels)
BINAS
67 F tm H
82 A (vitaminen met ADH)
en B (additieven)

Slide 3 - Tekstslide

H10.2
vertering

voedingsstoffen afbreken, zodat deze kunnen worden opgenomen in de dunne darm.

mechanische verkleining (kauwen) -> groter oppervlakte
enzymen

Slide 4 - Tekstslide

mondholte
                                              kiezen, tanden (mechanische verkleining)
speekselklieren
- vochtig
            -antibacterieel
                                         - amylase (zetmeel afbraak)

                         huig, strotteklepje

Slide 5 - Tekstslide

peristatische bewegingen komen ook voor in de dikke en dunne darm

Slide 6 - Tekstslide

maag

kringspieren
maagzuur/maagsap
zoutzuur, lage pH
pepsinogeen-> peptidase (pepsine) (eiwitafbraak)

Slide 7 - Tekstslide

12-vingerige darm

              uitmonding van galblaas (gal is geen enzym, maar een emulgator)
                         uitmonding van alvleesklier
                                 basische vloeistof
                                         lipase, amylase en peptidase
                                       

Slide 8 - Tekstslide

dunne darm
darmsap klieren
enzymen: peptidase
maltase, lactase en saccharase
lipase

opname van voedingsstoffen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

dikke darm
terugresoptie van water
opname van zouten
darmflora: productie van vitamine K

Endeldarm: opslag van ontlasting
anus

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

H10.3 enzymen
katalysatoren
reactie versnellen -> reactie mogelijk bij veel lagere temperatuur (37oC)

activerings energie gaat omlaag: er is minder energie nodig om de reactie te laten verlopen.

Slide 13 - Tekstslide

enzymen zijn substraat specifiek


Elk enzym kan maar 1 soort reactie versnellen.
(assimilatie: opbouw van grote moleculen)
(dissimilatie: afbraak van grote moleculen)


Slide 14 - Tekstslide

enzymen worden niet verbruikt (opgemaakt)

Slide 15 - Tekstslide

minimum temperatuur

optimum temperatuur

maximum temperatuur

Slide 16 - Tekstslide

zuurgraad in het maagdarm kanaal

Slide 17 - Tekstslide

pepsine = peptidase

Slide 18 - Tekstslide

vertering van koolhydraten
mondholte : amylase
polysaccharide wordt disaccharide
12-v darm (alvleessap): amylase
dunne darmwand: maltase, fructase
disaccharide wordt monosaccharide
 opname dunne darm

Slide 19 - Tekstslide

vertering van eiwitten

Slide 20 - Tekstslide

vertering van eiwitten tot aminozuren
maag: peptase
polypeptide -> oligopeptide
alvleesklier: tryptase en chymotryptase
(trypsinogeen en chymotrypsinogeen)
dunne darm sap: peptidase



Slide 21 - Tekstslide

vertering van DNA en RNA
(nucleïnezuur)


alvlees sap: nuclease
losse nucleotiden

verder afbraak door andere enzymen : fosfaat, nucleinebase (ATCG) en ribose/deoxyribose (BINAS!)

Slide 22 - Tekstslide

vet vertering
gal (lever) =emulgator
lipase (alvleesklier) = enzym

Slide 23 - Tekstslide

Binas 82G

Slide 24 - Tekstslide

aminozuren
condensatie reactie
:  er ontstaat water (condens)
voor de afbraak van eiwit in losse aminozuren is water nodig (hydrolyse)

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

resorptie van voedingsstoffen
Passief transport:
Transport van deeltjes van een hoge naar een lage concentratie waar geen energie voor nodig is.

Vetachtige stoffen: glycerol en monoglyceriden gaan door de celmembraan ( net als zuurstof en CO2) 

 water  (osmose) (door membraan eiwitten) gefaciliteerd transport

Slide 29 - Tekstslide

   actief transport
                      - kost energie (er wordt ATP voor gebruikt)

- gaat door speciale transport eiwitten in een semipermeabel membraan (celmembraan)

- gaat tegen de concentratie gradient in.

Slide 30 - Tekstslide

in de darmcel 

1. worden weer vetten gemaakt uit glycerol en vetzuren
2. worden vetdruppels verpakt (chylomicronen)
3. verlaten chylomicronen de cel dmv exocytose
4. komen in het lymfevat!!!!
niet in het bloedvat
resorptie van vetten

Slide 31 - Tekstslide

resorptie van glucose, (aminozuren/nucleotiden)
De meeste glucose moleculen gaan met de concentratie gradiënt mee vanuit het lumen van de dunne darm de darmcel in. (passief)
-gefaciliteerd transport: door membraan eiwit

Echter het laatste beetje niet!
Er is actief transport voor nodig.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide