Telefoon in de kluis? Je jas over de stoel. IPad in de tas
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.
Onderdelen in deze les
Wat gaan we doen vandaag?
timer
10:00
Doel van de les
15 minuten stil lezen
Kleine terugblik op §5 d.m.v. een filmpje
Start nieuw onderwerp
Huiswerk bespreken
Aan het werk
Telefoon in de kluis? Je jas over de stoel. IPad in de tas
Slide 1 - Tekstslide
Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?
Oftewel, wat is het doel van deze les?
In deze les leer je een manier om een tekst actief te lezen.
Slide 2 - Tekstslide
§ 2 Tekstverbanden
Wanneer je inzicht in een tekst wilt krijgen, kun je gebruikmaken van het stappenplan lezen. Zie blz. 284
Je kunt een tekst ook op andere manieren actief lezen om hem beter te begrijpen en te onthouden.
Slide 3 - Tekstslide
§ 2 Tekstverbanden
Zo kun je een tekst actief lezen
1=Lees de eerste alinea.
2=Vat de alinea in één of twee zinnen samen. Gebruik zo veel mogelijk je eigen formuleringen.
3=Stel jezelf of een medelezer tijdens het lezen begrips- en interpretatievragen als Vertel in je eigen woorden …, Leg uit wat er gebeurt als …, Wat betekent …?, Wat zijn de oorzaken/gevolgen van …?, Hoe komt het dat …? en evaluatievragen als Wat vind je ervan dat …? en Ben je het eens met …?
Slide 4 - Tekstslide
§ 2 Tekstverbanden
4=Voorspel wat er gaat komen in de volgende alinea. Denk aan een verklaring, een argument, een tegenargument, een weerlegging, een toelichting, een oorzaak of een gevolg.
5=Lees de volgende alinea en begin daarna weer bij stap 2. ( vat de alinea samen) Herhaal de stappen 2 tot en met 4 tot je alle alinea’s hebt g6=elezen.
6=Maak een mindmap of een (schematische) samenvatting van de tekst of verwerk een deel van de tekst in een grafiek, een (stroom)schema (een schema waarin je met pijlen een proces zichtbaar maakt) of een tabel.
Slide 5 - Tekstslide
Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?
Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................
Slide 6 - Tekstslide
§ 2 Tekstverbanden
Je gaat zo de opdrachten maken. Neem altijd oordopjes mee voor de online opdrachten.
Zet het iedere keer zo in je schrift:
paragraaf-§---bladzijde-blz.---opdracht-opdr.
Staat er: omcirkel, onderstreep of markeer, dan mag je het met potlood in je werkboek maken.
Is dit niet het geval, dan maak je alles in je schrift!