B2A Nederlands Lezen Blok 5

Nederlands Lezen Blok 5
We gaan vandaag aan de slag met de leerstof van Lezen Blok 5. In het boek kun je dit vinden op bladzijde 231 t/m 238.

Heel veel succes!!
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare school

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Nederlands Lezen Blok 5
We gaan vandaag aan de slag met de leerstof van Lezen Blok 5. In het boek kun je dit vinden op bladzijde 231 t/m 238.

Heel veel succes!!

Slide 1 - Tekstslide

Ik vind 'Wie is de mol?' een leuk programma.
A
een feit
B
een mening
C
een argument

Slide 2 - Quizvraag

Er zitten dit jaar vrijstellingen verstopt in de jokers.
A
een feit
B
een mening
C
een argument

Slide 3 - Quizvraag

Geef je mening + argument over Temptation Island.

Slide 4 - Open vraag

Samenvatting 
Feit = waar of niet waar. 
Mening = eens of oneens. 
Argument kun je herkennen aan signaalwoorden zoals omdat en daarom. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Lees eerst de uitleg

Slide 7 - Tekstslide

De opbouw van een tekst
Een tekst bestaat altijd uit de volgende delen:
1. de inleiding
2. het middenstuk
3. het slot

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de opbouw van een tekst?
A
Inleiding en kern
B
Inleiding, middenstuk en slot
C
Kern en slot
D
Inleiding en slot

Slide 9 - Quizvraag

Hoe noem je het eerste deel van een tekst
A
kern
B
middenstuk
C
slot
D
Inleiding

Slide 10 - Quizvraag

Uit welke drie onderdelen bestaat een tekst?
A
Inleiding, onderwerp en hoofdgedachte
B
Inleiding, slot en hoofdgedachte
C
Inleiding, middenstuk en slot
D
Middenstuk, slot en hoofdgedachte

Slide 11 - Quizvraag

Inleiding – middenstuk – slot 
Een goede tekst bestaat uit drie delen: een inleiding, een middenstuk en een slot.


Slide 12 - Tekstslide

Op welke drie manieren kan een schrijver dus de tekst inleiden?

Slide 13 - Open vraag

Op welke drie manieren kan een schrijver dus de tekst afsluiten?

Slide 14 - Open vraag

Wat is een tussenkopje?
A
Een alinea
B
Een titel van een alinea
C
De titel
D
De bron

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een deelonderwerp?
A
Een onderwerp van een tekst
B
De titel
C
Een onderwerp van een alinea
D
De schrijver van een tekst

Slide 16 - Quizvraag

Wat is NIET waar?
Een alinea....
A
..begint altijd op een nieuwe regel.
B
....springt soms bij de eerste regel een beetje in.
C
......gaat over een deel van het onderwerp.
D
.....heeft altijd een tussenkopje.

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video

Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
A
hetzelfde als de titel
B
hetzelfde als het onderwerp
C
In één zin het belangrijkste uit de hele tekst.

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de hoofdgedachte uit de volgende alinea?

Het dagelijks spelen van games zou geen invloed hebben op het sociale leven van jongeren. Directe familie en vrienden lijden er niet onder. Frequente gamers telefoneren evenveel als jongeren die weinig gamen.
A
Directe familie en vrienden lijden er niet onder
B
het dagelijks spelen van games zou geen invloed hebben op het sociale leven
C
Frequente gamers telefoneren evenveel als jongeren die weinig gamen.

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de hoofdgedachte uit de volgende alinea?
Jongeren zoeken vrienden die op henzelf lijken. Een jongere die zichzelf extravert en vriendelijk vindt, gaat opzoek naar vrienden met die eigenschappen. Dat is de conclusie van Maarten Selfhout, onderzoeker bij de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek.
A
Jongeren zoeken vrienden die op henzelf lijken.
B
Een jongere die zichzelf extravert en vriendelijk vindt, gaat opzoek naar vrienden met diezelfde eigenschappen.
C
Dat is de conclusie van Maarten van Selfhout, onderzoeker bij de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek.

Slide 21 - Quizvraag

Een tekst bekijken om een eerste indruk te krijgen
A
zoekend lezen
B
verkennend lezen
C
grondig lezen

Slide 22 - Quizvraag

Ik zoek alleen het antwoord op een vraag
A
Zoekend lezen
B
Verkennend lezen
C
Grondig lezen

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een alinea?

Slide 24 - Open vraag

Wat is een tussenkopje?

Slide 25 - Open vraag

Hoofdzaak: De belangrijkste informatie....
Kernzin (meestal aan het begin of het eind van een alinea)
Bijzaak: minder belangrijke dingen. 

Slide 26 - Tekstslide

LEZEN
OVERTUIGENDE TEKSTEN 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Aan de slag!
Maken:
Blok 5 Lezen
Opdracht 6, 7 en 8


Tip! Leg bladzijde 238 van je boek open. Hier staat de tekst.

Slide 29 - Tekstslide

Goed bezig!
Je hebt nu blok 5 Lezen af. 

Als je nog vragen hebt stel ze dan aan mij!
Groetjes Mevrouw Steenbakkers.

Slide 30 - Tekstslide

Wat vond je het lastigst deze les?

Slide 31 - Open vraag

Wat heb je geleerd over een inleiding?

Slide 32 - Woordweb

Wat heb je geleerd over een slot?

Slide 33 - Woordweb

Wat moet je nog oefenen?

Slide 34 - Open vraag

Einde van de les
Succes met alle andere vakken!

Groet mevrouw De Ruiter en mevrouw Van Kampen

Slide 35 - Tekstslide