Vrijetijd - Woordenschrift - HW fouten

Disk, thema: vrije tijd
Disk thema: vrije tijd
Huiswerk nakijken.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalISK

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Disk, thema: vrije tijd
Disk thema: vrije tijd
Huiswerk nakijken.

Slide 1 - Tekstslide

Disk, thema: vrije tijd
🎯 Lesdoel

Jullie kunnen werkwoorden en zelfstandige naamwoorden herkennen en gebruiken in een zin.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een werkwoord?
A
Een woord voor een persoon, dier of ding
B
Een woord dat zegt wat je doet
C
Een kleur
D
Een cijfer

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
Een woord voor een persoon, dier of ding
B
Een woord dat zegt wat je doet
C
Een bijwoord
D
Een naam van een persoon

Slide 4 - Quizvraag

Huiswerk woordenschat: zinnen maken.
Veel gemaakte fouten: 

  • zinsopbouw
  • werkwoorden
  • zelfstandig naamwoorden

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een werkwoord?
Een werkwoord is een woord dat zegt wat iemand doet of wat er gebeurt.

Ik loop naar school.
Jij eet een appel.
Hij slaapt in bed.

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een zelfstandig naamwoord?
Een zelfstandig naamwoord is een woord voor een ding, persoon of dier.

De tafel is bruin. (Ding)
De jongen speelt buiten. (Persoon)
De hond rent snel. (Dier)

Slide 7 - Tekstslide

zelfstandig 
naamwoord
werkwoord
de tafel
slapen
lopen
het meisje
lezen
het boek
de hond
eten

Slide 8 - Sleepvraag

Interviewen =
vragen stellen waarop iemand anders antwoord geeft.
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord

Slide 9 - Quizvraag

Is deze zin goed?

Hij heeft morgen interviewen met mensen.
** Let op: interviewen = werkwoord

Slide 10 - Tekstslide

Maak een zin met interviewen:

Slide 11 - Open vraag

zelfstandig 
naamwoord
werkwoord
het interview
interviewen
regelen
de regels
afspreken
de afspraak

Slide 12 - Sleepvraag

afspreken =
tegen elkaar zeggen wat er gaat gebeuren, en dat ook doen
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord

Slide 13 - Quizvraag

Is deze zin goed?

Vandaag heb ik afspreken.
** Let op: afspreken  = werkwoord

Slide 14 - Tekstslide

Maak een zin met afspreken:

Slide 15 - Open vraag

Dit zie ik nog te weinig:
Aan het begin van de zin:
  • hoofdletter

Aan het einde van de zin:
  • punt .
  • vraagteken ?
  • uitroepteken !

Slide 16 - Tekstslide

Disk, thema: vrije tijd
✅  Lesdoel

Jullie kunnen nu werkwoorden en zelfstandige naamwoorden herkennen en gebruiken in een zin.

Slide 17 - Tekstslide

Wat betekent
vriendschap voor jou?

Slide 18 - Woordweb

Disk, thema: vrije tijd
Disk thema: vrije tijd
Huiswerk nakijken.

Slide 19 - Tekstslide