1.1 Dierenwelzijn

GEDRAG

1.1 Dierenwelzijn
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

GEDRAG

1.1 Dierenwelzijn

Slide 1 - Tekstslide

1.1 Leerdoelen en begrippen
1. Je legt het belang uit van gedrag voor de overleving van het individu en het voortbestaan van de soort.
2. Je legt uit welke rol uitwendige prikkels en inwendige prikkels spelen bij het ontstaan van gedrag. 
3. Je herkent de bouwstenen waaruit gedrag is opgebouwd. 

Overleven als individu, Voortbestaan van de soort, Inwendige prikkels, uitwendige prikkels, Drempelwaarde, Gedragselementen, Gedragssysteem, Gedragsketen. 

Slide 2 - Tekstslide

Gedrag
Gedrag: is de respons op een prikkel

Slide 3 - Tekstslide

Inwendige prikkels
Honger
Dorst
Hormonen
Emotie




Uitwendige prikkels
Geur
Gedrag van anderen
Geluid
Kleur
Beweging
Pijn

Vormen samen de motiverende factoren

Slide 4 - Tekstslide

Gedrag
Gedrag: is de respons op een prikkel

Slide 5 - Tekstslide

Motivatie

Slide 6 - Tekstslide

Waarom onderzoeken we gedrag?

Slide 7 - Tekstslide

Waarom onderzoeken we gedrag?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

En toen kwam het corona virus......

Slide 10 - Tekstslide

Ritueel gedrag
  • tussen soortgenoten
  • signalen en daaropvolgend gedrag in min of   meer vaste volgorde
  • b.v. baltsgedrag (voortplantingsgedrag) of   begroetingsgedrag

timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Communicatie
Door het uitwisselen van signalen kunnen individuen binnen 1 soort met elkaar communiceren. Soortgenoten begrijpen elkaars signalen.
  • signalen zijn prikkels waarmee dieren en mensen het gedrag van soortgenoten willen beïnvloeden
  • "taal"


Slide 13 - Tekstslide

Inwendige prikkel
Komt van binnenuit, zoals hormonen of honger- en dorstgevoel
Uitwendige prikkel
Komt van buitenaf zoals geur, geluiden of bewegingen
Motiverende factor
Kan een in- of uitwendige prikkel zijn of een combinatie.
Wanneer motivatie boven de drempelwaarde komt, dan leidt dit tot gedrag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Rangorde/ pikorde
  • dieren die in groepen leven
  • dominante dieren, ondergeschikte dieren
  •  rangorde is af te lezen door signalen.

rangorde is belangrijk om de rust in de groep te bewaren,
geen stress, geen verwondingen, geen energieverlies

Slide 18 - Tekstslide

Baltsgedrag
  • Gedrag dat aan de paring vooraf gaat en de bereidheid tot paring vergroot en vaak ook de band tussen de partners verstevigt.
  • Ritueel

Slide 19 - Tekstslide

Om zeker te weten of het vrouwtje vruchtbaar is proeft de mannelijke giraffe haar urine. Desnoods geeft hij haar kopstoten in de blaas om de boel op gang te krijgen. Nadat ze hem een urinemonster geschonken heeft bestaat de kans dat het vrouwtje er vandoor gaat. Hij zal haar dan net zo lang stalken tot ze toegeeft. In de tussentijd bestaat het risico dat er kapers op de kust verschijnen. De heren zullen dan met een nekgevecht strijden om de gunsten van de dame.
BALTSGEDRAG

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Geluiden, geuren en kleuren kunnen prikkels zijn die bij dieren leiden tot bepaald gedrag.
Welke van deze prikkels kunnen een rol spelen bij het voortplantingsgedrag van dieren?
A
alleen geluiden en geuren
B
alleen geluiden en kleuren
C
alleen geuren en kleuren
D
zowel geluiden, als geuren en kleuren

Slide 22 - Quizvraag

Mannetjespanda’s gaan soms op hun voorpoten staan om te plassen, zodat de urine met geurstoffen op een hoge plek terechtkomt. Ze brengen zo een geurvlag aan. Hoe wordt een gebied genoemd dat met zulke geurvlaggen wordt aangegeven?

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Gedrag is........
A
Een reactie op een prikkel
B
Een reactie op een impuls

Slide 26 - Quizvraag

Wat is gedrag?
A
Alles wat een mens of dier weet
B
Lopen, iets pakken, lachen
C
Alles wat een mens of dier verkeerd doet
D
Alles wat mensen en dieren doen of nalaten

Slide 27 - Quizvraag

In maart worden de meeste kikkers wakker uit hun winterslaap en komen ze te voorschijn uit hun schuilplaatsen waar ze zich gedurende de winter verstopt hadden. 
Zodra de avond valt, begeven de mannetjes zich naar het water om daar in groepen samen een groot kwaakconcert te beginnen. In maart en april zijn de kikkerkoren het luidst en soms wel tot op een kilometer afstand te horen.

Het gekwaak van de groene kikker, het kek-kek-geluid van de boomkikker, het blub-blub-geluid van de heikikker en het zacht brommende geluid van de bruine kikker zijn bedoeld om vrouwtjes te lokken.

Slide 28 - Tekstslide

Twee soorten gedrag zijn:
baltsgedrag en territoriumgedrag.
Tot welk soort gedrag behoort het kwaken van de kikkers zoals in de tekst beschreven werd?
A
Alleen tot baltsgedrag
B
Alleen tot territoriumgedrag
C
Zowel baltsgedrag als territoriumgedrag
D
geen idee, stond niet in de tekst

Slide 29 - Quizvraag

Een groep met elkaar samenhangende gedragselementen die een bepaald doel hebben.
Handelingen, de aparte eenheden van gedrag.
Vaste chronologische volgorde van gedragselementen. 

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Natuurlijke gedragssystemen
Voedingsgedrag
Voortplantingsgedrag/ baltsgedrag
Verzorgingsgedrag
Sociaal gedrag
Territoriumgedrag
enz.

Slide 32 - Tekstslide

Gedragsketen
- Welk gedragssysteem zie je hier?
- Welke vaste volgorde van gedragselementen (gedragsketen) herken je?

Slide 33 - Tekstslide

Gedrag is georganiseerd in gedragssystemen
(samenhangende handelingen).


Gedragssyssteem
voortplantingsgedrag
Subsystemen
vechten, nestbouw, balts, broedzorg
Gedragshandelingen
binnen de balts zoals zigzaggen, sidderen en nestingang tonen.

Slide 34 - Tekstslide

Gedragsketen =
vast volgorde van gedragshandelingen (gedragselementen)

De ene handeling leidt tot de andere handeling

Slide 35 - Tekstslide

Koekoeksjong 
Leg in eigen woorden het gedrag van een koekoek uit. Start bij het baltsgedrag en tot uitvliegen van het nest. 

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Slide 39 - Tekstslide

HUISWERK:
Lees par. 1.1  en maak 
de opdrachten 3, 4, 6 en 8, 10, 11, 14

Lees alvast 1.2 voor de volgende les.

Slide 40 - Tekstslide

Huiswerk H4 
van 1.1 : 6, 9, 10, 14, 15, 16
lezen 1.2
maken 19, 20, 21, 24, 26, 32 


Slide 41 - Tekstslide