Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
hoofdstuk 5
1 / 19
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
19 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
3 videos
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
de ontkenning
ne ... pas
en andere ontkenningen
Slide 3 - Tekstslide
Réviser: de ontkenning
Waaruit bestaat de ontkenning in het Frans?
Waar in de zin staat de ontkenning?
Slide 4 - Tekstslide
Maak ontkennend met ne.... pas :
Je travaille.
ne'
pas
travaille
je
Slide 5 - Sleepvraag
Maak ontkennend:
Adrien a déménagé.
A
Adrien ne a pas déménagé.
B
Adrien n'a pas déménagé.
C
Adrien a ne déménagé pas.
D
Adrien n'a déménagé pas.
Slide 6 - Quizvraag
Maak ontkennend:
Simon habite à Orléans.
A
Simon ne habites pas à Orléans
B
Simon n' habites pas à Orléans
C
Simon ne habite pas à Orléans
D
Simon n' habite pas à Orléans
Slide 7 - Quizvraag
Maak ontkennend:
Adrien a de nouveaux amis.
A
Adrien n'a de nouveaux amis.
B
Adrien n'a pas de nouveaux amis.
C
Adrien a ne de pas nouveaux amis.
D
Adrien a de nouveaux ne amis pas.
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Video
Slide 10 - Video
Voeg de juiste ontkenningen bij elkaar
Nog niet
Niet meer
Niet/geen
Nooit
Niets
Ne ... pas
Ne ... pas encore
Ne ... jamais
Ne ... rien
Ne ... plus
Slide 11 - Sleepvraag
Sleep de juiste vertalingen van de ontkenningen naar elkaar toe.
niet/geen
nooit
niet meer
nog niet
niets
ne ... rien
ne ... pas encore
ne ... pas
ne ... jamais
ne ... plus
Slide 12 - Sleepvraag
Verbind de ontkenning met de juiste vertaling. Je houdt 2 Franse vertalingen over.
nooit
niet meer
niets
ne pas
ne... jamais
ne ... rien
ne ... pas encore
ne ... plus
Slide 13 - Sleepvraag
VRAAGZINNEN FRANS
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Welke vraagzinnen zijn correct?
2 antwoorden zijn goed!
A
Tu as un téléphone?
B
Est ce que tu as un téléphone?
C
Est-ce qu' tu as un téléphone?
D
Est-ce que tu as un téléphone?
Slide 16 - Quizvraag
Welke vraagzinnen zijn goed?
Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
A
Il fait du foot.
B
Est-ce qu'il fait du foot?
C
Il fait du foot?
D
Il fait du foot est-ce que?
Slide 17 - Quizvraag
Zinnen vragend maken
We hebben twee soorten vraagzinnen:
Vraagzinnen zonder vraagwoord
Heb jij een hond?
Vraagzinnen met vraagwoord
Waarom
heb jij een hond ?
Slide 18 - Tekstslide
vraagwoorden
où
waar
Tu
habites où?
quand
wanneer
Quand
est ton anniversaire?
comment
hoe
Comment
tu t'appelles?
combien (de)
hoeveel
Tu veux
combien
de
frites?
pourquoi
waarom
Pourquoi
tu fais du sport?
qui
wie
Qui
est ton prof de maths?
qu'est-ce que
wat
Qu'est-ce que
tu aimes manger?
Slide 19 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
hoofdstuk 5
Maart 2022
- Les met
25 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Ontkenning
Februari 2024
- Les met
24 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Ontkenning
Juni 2022
- Les met
21 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Bron D deel 2
April 2024
- Les met
22 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
frans
Juni 2023
- Les met
17 slides
Frans
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Week 21 la négation
Mei 2024
- Les met
27 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Hoofdstuk 5.2
April 2024
- Les met
29 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Chapitre 5, source D grammaire
Januari 2023
- Les met
18 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2