1.2 De economische wereldorde

– Je weet wat het wereldvoedselvraagstuk inhoudt.
– Je kunt de ruimtelijke spreiding van ondervoeding in de wereld beschrijven.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

– Je weet wat het wereldvoedselvraagstuk inhoudt.
– Je kunt de ruimtelijke spreiding van ondervoeding in de wereld beschrijven.

Slide 1 - Tekstslide

1.2 De economische wereldorde

Slide 2 - Tekstslide

Lezen paragraaf 1.2
timer
5:00
– Je kunt uitleggen welke rol economische globalisering speelt bij het wereldvoedselvraagstuk.
– Je kunt uitleggen welke rol economische beschermingsmaatregelen spelen bij het wereldvoedselvraagstuk.
Je kunt voorbeelden geven van protectionisme en wat de gevolgen zijn

Slide 3 - Tekstslide

Welke kolonies horen bij welk land?
Nederland
Groot-Brittanië
Portugal
Spanje

Slide 4 - Sleepvraag

Waarom schaden exportgeoriënteerde landbouw vaak de binnenlandse productie van perifere landen?
A
Het staat de import in de weg
B
De plantages zijn te improductief
C
De winsten vloeien naar buitenlandse bedrijven
D
De productie voldoet niet aan de cultuur

Slide 5 - Quizvraag

Bepaal voor Engeland en Portugal het comparatieve voordeel. Wat is juist?
A
Engeland kleding en wijn
B
Portugal kleding en wijn
C
Engeland kleding en Portugal Wijn
D
Portugal wijn en Engeland kleding

Slide 6 - Quizvraag

Twee beweringen
1. Handelsgewassen zijn altijd voedselgewassen
2. Handelsgewassen hebben te maken met een geglobaliseerde landbouw
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
Bewering 2 is juist, 1 onjuist

Slide 7 - Quizvraag

protectionisme

Slide 8 - Tekstslide

4

Slide 9 - Video

00:33
Wat betekent protectionisme?

Slide 10 - Open vraag

01:11
Dit noemen we tijdruimte compressie (HH klas 4). Wat betekent dit?
A
Proces waarbij de absolute afstand steeds langer wordt
B
Proces waarbij de absolute afstand steeds korter wordt.
C
Proces waarbij landen steeds meer met elkaar gaan handelen.
D
Proces waarbij de relatieve afstand tussen twee plaatsen door moderne transport- en informatietechnologie daalt.

Slide 11 - Quizvraag

01:40
Geef een voorbeeld van neoliberalisme uit de politieke dimensie

Slide 12 - Open vraag

02:33
Hoe noemen we het als bedrijven hun fabricage naar Lage Lonen Landen verplaatsen?
A
verplaatsing
B
globalisering
C
uitschuifing
D
global shift

Slide 13 - Quizvraag

EU beschermt de landbouw 

Slide 14 - Tekstslide

Dumping
Het voor een lage prijs op de wereldmarkt verkopen van geproduceerde overschotten 

Slide 15 - Tekstslide

Nakijken paragraaf 1.1 . 
Lezen en maken t/m paragraaf 1.2

Slide 16 - Tekstslide