stambomen

Erfelijkheid 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Erfelijkheid 

Slide 1 - Tekstslide

Stamboom

Slide 2 - Tekstslide

Lezen van een stamboom (1)
Een vierkant = man 

Een cirkel = vrouw

Kleur = met of zonder eigenschap 


Slide 3 - Tekstslide

Lezen van een stamboom (2)

Informatie over verwantschap wordt aangegeven in de legenda of in de tekst van de opgave.

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld stamboom
Welke genotypen hebben alle personen?

Slide 5 - Tekstslide

Tip 1:  zoek twee ouders met hetzelfde fenotype en een kind met een ander fenotype

Slide 6 - Tekstslide

Tip 1:  zoek twee ouders met hetzelfde fenotype en een kind met een ander fenotype

Slide 7 - Tekstslide

Tip 2:  Je kunt nu de recessieve eigenschap invullen 


Hans en Karin hebben allebei donker haar, maar hun zoon Stefan heeft rood haar. 
Dit betekent dat:
Hans en Karin heterozygoot zijn.
Donker haar dominant is
Rood haar recessief is

Slide 8 - Tekstslide


Tip 3: Nu kan je stap voor stap de andere genotypes invullen. Soms weet je gewoon niet zeker welk genotype een persoon heeft! 

Slide 9 - Tekstslide



Bij welk kind kun je herkennen of hij/zij recessief is?
A
Kind 11
B
Kind 6
C
Kind 17
D
Kind 19

Slide 10 - Quizvraag


Stambomen
Wat is het genotype van kind 19?
A
Homozygoot dominant
B
Heterozygoot
C
Homozygoot recessief

Slide 11 - Quizvraag


Stambomen
Wat is het genotype van de ouders?
A
Beide ouders hebben genotype AA
B
Beide ouders hebben genotype Aa
C
Beide ouders hebben genotype aa

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Link

Slide 14 - Link