3.4 Water in natte en droge gebieden

Startopdracht
TEKEN de waterkringloop en schrijf daarbij de stappen op
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht
TEKEN de waterkringloop en schrijf daarbij de stappen op

Slide 1 - Tekstslide

3.4 Water in natte en droge gebieden

Slide 2 - Tekstslide

1. Introductie
2. Uitleg 3.4 (deel 1)
3. Werktijd
4. Afsluiting
Planning

Slide 3 - Tekstslide

Leervragen
Wat is een piekafvoer
Belangrijke vragen bij 3.1
Aanleg van stuwdam zorgt voor waterbalans
Wat is waterstress en tot welke conflicten kan het leiden
mensen in droge gebieden aan zoet water komen

Slide 4 - Tekstslide

HERHALING VORIGE LESSEN

Slide 5 - Tekstslide

Benoem twee afspraken uit het Verdrag van Versailles.

Slide 6 - Open vraag

Welk begrip hoort bij dit plaatje?

Slide 7 - Open vraag

Wat is sedimentatie?
A
Het afzetten van materiaal door de rivier of zee
B
Het sneller stromen van de rivier in de bergen
C
Het ontstaan van een delta
D
Het afremmen van de rivier in de benedenloop

Slide 8 - Quizvraag

Geallieerden
Centralen
Duitsland
Oostenrijk-Hongarije
Frankrijk
Verenigd-Koninkrijk
Rusland

Slide 9 - Sleepvraag

Oorzaken voor de Eerste Wereldoorlog
Sleep de juiste beschrijving naar het juiste begrip
Nationalisme
Militarisme
Wapenwedloop
verheerlijking van het leger 
strijd om de sterkste bewapening 
liefde voor het eigen land

Slide 10 - Sleepvraag

De waterkringloop begint met.......
A
condenseren
B
verdampen
C
infiltratie
D
erosie

Slide 11 - Quizvraag

Het water in een rivier is...
A
Zout
B
Zoet
C
Gemengd (zoet en zout)
D
Zuur

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn de juiste stappen van een korte waterkringloop?
A
1. verdamping zeewater 2. neerslag op land 3. neerslag in zee
B
1. neerslag op land 2. condensatie --> wolken 3. neerslag op land
C
1. verdamping zeewater 2. condensatie --> wolken 3. neerslag in zee
D
1. neerslag op land 2. neerslag in zee 3. verdamping zeewater

Slide 13 - Quizvraag

3.4 Water in natte en droge gebieden

Slide 14 - Tekstslide

Samen lezen blz. 115:
Water, vijand en vriend.
In Nederland kan er wateroverlast ontstaan als er teveel neerslag in korte tijd valt. 

Piekafvoer: rivieren moeten te veel water afvoeren in korte tijd.

Wat zijn nadelen en voordelen van piekafvoer?


Slide 15 - Tekstslide

Piekafvoer & slib
Piekafvoer is dus de verhoogde afvoer van water bij een rivier. 

Voordelen: slib is vruchtbaar en van klei kunnen stenen en dakpannen worden gemaakt.

Nadelen: de rivier wordt ondieper van slib op de bodem en het water staat bij een volgende piekafvoer nog hoger.

Slide 16 - Tekstslide

Samen lezen blz. 116: het zeewater de baas worden.
Windkracht meet je met de schaal van Beaufort.
Die meet van 0 – 12: 

Orkaan: hevige storm, windkracht 12 op schaal van Beaufort.

Slide 17 - Tekstslide

Deltawerken
Zuiderzeewerken

Slide 18 - Tekstslide

Zuiderzeewerken
- de Afsluitdijk voorkomt dat het water te veel kan stijgen in de vroegere Zuiderzee. 

- IJsselmeerpolders beschermen de kust en vormen zij nieuw land.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Deltawerken
  • Na de watersnoodramp werden de deltawerken gebouwd.

  • Dit zijn dammen die dicht gaan bij heftige stormen of hoog water.

Slide 21 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 22 - Tekstslide

Hoe meten we de windkracht? Hoe heet dat ....

Slide 23 - Open vraag

Wat zijn de deltawerken?

A
Dijken in Zeeland
B
Dijken in Noord Holland
C
Dammen in Zeeland
D
Dammen in Noord Holland

Slide 24 - Quizvraag

Waarom zijn de Deltawerken aangelegd?
A
Om werk te hebben tijdens de crisisjaren na 1933.
B
De watersnoodramp van 1953.
C
De Sint-Elisabethsvloed van 1421.
D
De waternoodramp van 1943

Slide 25 - Quizvraag

Op dit plaatje zie je...
A
De deltawerken
B
De Zuiderzeewerken
C
Uiterwaarden
D
Een terp

Slide 26 - Quizvraag

Bij welke windkracht spreken we van een orkaan?
A
9
B
11
C
12
D
13

Slide 27 - Quizvraag

              Zelf aan de slag KADER
1. Lezen blz 115 & 116
2. Maak opdracht 1 t/m 5
3.Klaar: Maak herhalingsopdracht blz 120
 

 

Slide 28 - Tekstslide

Samen lezen blz. 117:
water in balans?
Waterbalans: verschil tussen de hoeveelheid verdamping en de hoeveelheid neerslag.

Stuwdammen: dam in een rivier voor het handhaven van het waterpeil en regelen van waterafvoer.

Slide 29 - Tekstslide

Water in balans
In Nederland is de waterbalans positief. Er valt meer 
neerslag dan dat er water verdampt. 

Problemen in Spanje door de negatieve waterbalans:
-> Er verdampt meer oppervlakte-water dan dat 
er neerslag valt. Er dreigt een tekort aan water.

Voordelen van de stuwdammen in Spanje:
•In stuwmeren kan in de winter veel water worden opgevangen.
•In de zomer kan dat water worden gebruikt.
•Met het water kun je elektriciteit opwekken.

Slide 30 - Tekstslide

Wat is GEEN voordelen van de stuwdammen in Spanje:
A
In de zomer kan dat water worden gebruikt voor de landbouw.
B
In stuwmeren kan in de winter veel water worden opgevangen.
C
In de zomer is er niet voldoende drinkwater
D
Met het water kun je elektriciteit opwekken.

Slide 31 - Quizvraag

Water in balans
waterbalans = hoeveel water een gebied binnenkomt en hoeveel het gebied weer verlaat.

Slide 32 - Tekstslide

Wat is de waterbalans?

Slide 33 - Open vraag

Samen lezen blz. 118: zorgen om water.
Waterstress: alle problemen die er ontstaan door een tekort aan schoon water.

ontzilten: van zeewater zoet water maken.

Slide 34 - Tekstslide

Zorgen om water
Er is sprake van waterstress wanneer er te weinig water is voor te veel mensen. 

Door waterstress kunnen er spanningen komen tussen landen, want door de bouw van een stuwdam in ene land krijgt een ander land te weinig water.

Een oplossing voor watertekort is ontzilten. Zout water wordt dan zoet water. Dit is erg duur en kost veel energie. 

Slide 35 - Tekstslide

Wat zijn de nadelen van ontzilten?

Slide 36 - Open vraag

Slide 37 - Video

Samen lezen blz. 119
Slim met water omgaan.
Irrigatie: kunstmatige bewatering van landbouwgebieden.

Slide 38 - Tekstslide

slim met water omgaan
Planten kunstmatig watergeven met bijvoorbeeld grondwater noem je irrigatie.

Voordeel:
•Zelfs in de woestijn is dan landbouw mogelijk.

Nadeel:
•Als het grondwater op is, is het ook echt op.

Slide 39 - Tekstslide

Kun je voor altijd grondwater oppompen?
A
Ja
B
Nee

Slide 40 - Quizvraag

Zelf aan de slag
Wat: Maak opdracht 6 t/m 10 cursus 3.4
Hoelang: 15 min
Hoe: Zelfstandig (zachtjes overleggen mag met buurman/vrouw)
Maak herhalingsopdrachten & verdieping  blz 120 - 121
Klaar? laat controleren, daarna mag je het nakijkboekje pakken en je werk nakijken/verbeteren.
Klaar: Laat dan docent zien en controleren

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Link

Huiswerk
Opdrachten cursus 3.4 opdracht 1 t/m 10
& Herhalingsopdrachten blz 120

LEREN VOOR JE PROEFWERK

Slide 43 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 44 - Tekstslide

              Zelf aan de slag KADER
1. Lezen blz 106 & 108
2. Maak opdracht 1 t/m 6
3.Klaar: maak de opdracht waterkringloop
Vraag docent
 

 

Slide 45 - Tekstslide