3.4 Water in natte en droge gebieden

3.4 Water in natte en droge gebieden
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3.4 Water in natte en droge gebieden

Slide 1 - Tekstslide

Welk begrip hoort bij dit plaatje?

Slide 2 - Open vraag

Wat is sedimentatie?
A
Het afzetten van materiaal door de rivier of zee
B
Het sneller stromen van de rivier in de bergen
C
Het ontstaan van een delta
D
Het afremmen van de rivier in de benedenloop

Slide 3 - Quizvraag

De waterkringloop begint met.......
A
condenseren
B
verdampen
C
infiltratie
D
erosie

Slide 4 - Quizvraag

3.4 Water in natte en droge gebieden

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
Je weet wat piekafvoer is en hoe Nederland probeert het water tegen te houden.
Je begrijpt dat je met de aanleg van een stuwdam verschillen in de waterbalans kunt aanbrengen.
Je begrijpt wat waterstress is en hoe dit tot conflicten kan leiden.
Je weet hoe mensen in droge gebieden aan zoet water kunnen komen.

Slide 6 - Tekstslide

Samen lezen blz. 115:
Water, vijand en vriend.
In Nederland kan er wateroverlast ontstaan als er teveel neerslag in korte tijd valt. 

Piekafvoer: rivieren moeten te veel water afvoeren in korte tijd.

Wat zijn nadelen en voordelen van piekafvoer?


Slide 7 - Tekstslide

Piekafvoer & slib
Piekafvoer is dus de verhoogde afvoer van water bij een rivier. 
Voordelen en nadelen van het afzetten van klei (slib) door een rivier in overstroomde gebieden:
Voordelen: slib is vruchtbaar en van klei kunnen stenen en dakpannen worden gemaakt.
Nadelen: de rivier wordt ondieper van slib op de bodem en het water staat bij een volgende piekafvoer nog hoger.

Slide 8 - Tekstslide

Samen lezen blz. 116: het zeewater de baas worden.
Windkracht meet je met de schaal van Beaufort.
Die meet van 0 – 12: 

Orkaan: hevige storm, windkracht 12 op schaal van Beaufort.

Slide 9 - Tekstslide

Deltawerken
Zuiderzeewerken

Slide 10 - Tekstslide

Zuiderzeewerken
- de Afsluitdijk voorkomt dat het water te veel kan stijgen in de vroegere Zuiderzee. 

- IJsselmeerpolders beschermen de kust en vormen zij nieuw land.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Deltawerken
  • Na de watersnoodramp werden de deltawerken gebouwd.

  • Dit zijn dammen die dicht gaan bij heftige stormen of hoog water.

Slide 13 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Wat: Maak opdracht 1 t/m 5 cursus 3.4
Hoe: Zelfstandig (zachtjes overleggen buurman/vrouw)
Hoelang: 15 min
Klaar: Maak opdrachten 3.3 af en herhalingsopdrachten blz 112

Slide 14 - Tekstslide

Samen lezen blz. 117:
water in balans?
Waterbalans: verschil tussen de hoeveelheid verdamping en de hoeveelheid neerslag.

Stuwdammen: dam in een rivier voor het handhaven van het waterpeil en regelen van waterafvoer.

Slide 15 - Tekstslide

Water in balans
In Nederland is de waterbalans positief. Er valt meer 
neerslag dan dat er water verdampt. 

Problemen in Spanje door de negatieve waterbalans:
-> Er verdampt meer oppervlakte-water dan dat 
er neerslag valt. Er dreigt een tekort aan water.

Voordelen van de stuwdammen in Spanje:
•In stuwmeren kan in de winter veel water worden opgevangen.
•In de zomer kan dat water worden gebruikt.
•Met het water kun je elektriciteit opwekken.

Slide 16 - Tekstslide

Water in balans
waterbalans = hoeveel water een gebied binnenkomt en hoeveel het gebied weer verlaat.

Slide 17 - Tekstslide

Samen lezen blz. 118: zorgen om water.
Waterstress: alle problemen die er ontstaan door een tekort aan schoon water.

ontzilten: van zeewater zoet water maken.

Slide 18 - Tekstslide

Zorgen om water
Er is sprake van waterstress wanneer er te weinig water is voor te veel mensen. 

Door waterstress kunnen er spanningen komen tussen landen, want door de bouw van een stuwdam in ene land krijgt een ander land te weinig water.

Een oplossing voor watertekort is ontzilten. Zout water wordt dan zoet water. Dit is erg duur en kost veel energie. 

Slide 19 - Tekstslide

slim met water omgaan
Planten kunstmatig watergeven met bijvoorbeeld grondwater noem je irrigatie.

Voordeel:
•Zelfs in de woestijn is dan landbouw mogelijk.

Nadeel:
•Als het grondwater op is, is het ook echt op.

Slide 20 - Tekstslide

Kun je voor altijd grondwater oppompen?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quizvraag

Zelf aan de slag
Wat: Maak opdracht 6 t/m 10 cursus 3.4
Hoelang: 15 min
Hoe: Zelfstandig (zachtjes overleggen mag met buurman/vrouw)
Maak herhalingsopdrachten & verdieping  blz 120 - 121
Klaar? laat controleren, daarna mag je het nakijkboekje pakken en je werk nakijken/verbeteren.
Klaar: Laat dan docent zien en controleren

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link

Huiswerk
Opdrachten cursus 3.4 opdracht 1 t/m 10
& Herhalingsopdrachten blz 120

LEREN VOOR JE PROEFWERK

Slide 24 - Tekstslide