Hst 2 Het aanbod van arbeid

Hst 2 Het aanbod van arbeid
Par 2.1 de keuze tussen werk en vrije tijd
Par 2.2. Nederland deeltijdkampioen
Par 2.3 De arbeidsparticipatie
Par 2.4 De overheid en participatie

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hst 2 Het aanbod van arbeid
Par 2.1 de keuze tussen werk en vrije tijd
Par 2.2. Nederland deeltijdkampioen
Par 2.3 De arbeidsparticipatie
Par 2.4 De overheid en participatie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Agenda
  • Kennen en kunnen hst 2
  • Uitleg hst 2
  • Zelf aan de slag
  • Huiswerk
  • Extra uitlegvideo's over arbeidsmarkt

Slide 4 - Tekstslide

Aanbod van Arbeid
Vraag naar Arbeid

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Par 2.2 p/a ratio
  • Deeltijdfactor = aantal gewerkte uren / aantal uren voltijdbaan x 100
  •  p/a ratio = werkgelegenheid in personen /  werkgelegenheid in arbeidsjaren
  • Arbeidsjaar = voltijdbaan, dus het aantal banen wanneer er alleen volledig zou worden gewerkt. 
  • p/a ratio is bijv 1,4 dan doen 140 personen samen 100 volledige banen.  Hoe hoger de p/a ratio, hoe meer deeltijdwerkers.

Slide 11 - Tekstslide

Par 2.3 participatiegraad
                                                           beroepsbevolking
 Bruto participatiegraad:   _______________________________ x 100%
                                                       beroepsgeschikte bevolking

Hoeveel procent van de beroepsgeschikte bevolking 
(= potentiële beroepsbevolking) een baan heeft of werk zoekt

Slide 12 - Tekstslide

participatiegraad
                                                        werkzame beroepsbevolking
 Netto participatiegraad:   _______________________________ x 100%
                                                       beroepsgeschikte bevolking

Netto participatiegraad = werkgelegenheidsgraad (werklozen tellen niet mee)

Slide 13 - Tekstslide











(bruto) participatiegraad = beroepsbevolking / beroepsgeschikte bevolking x 100%
(bruto) participatiegraad = 9,2 mln / 13,1 mln x 100% = 70,2%

netto participatiegraad = werkzame deel beroepsbevolking / beroepsgeschikte bevolking x 100%
netto participatiegraad = 8,9 mln / 13,1 mln x 100% = 67,9%


17,5mln
13,1mln
>75
2mln
2,4mln
9,2mln
3,8mln
8,9mln
0,3mln
verschil ?
Het verschil in de netto participatiegraad en de 'gewone' (bruto) participatiegraad zit erin dat de werklozen niet meetellen bij de netto participatiegraad. Alleen de werkenden tellen tov de beroepsgeschikte bevolking (15-74jr)
niet-beroepsbevolking
participatiegraad
               70,2%
netto participatiegraad
               67,9%

Slide 14 - Tekstslide

Par 2.4 i/a ratio
(𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑖𝑛𝑎𝑐𝑡𝑖𝑒𝑣𝑒𝑛)/(𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑎𝑐𝑡𝑖𝑒𝑣𝑒𝑛)

  • Mensen met een betaalde baan (=werkgelegenheid)

Dit getal geeft de mate aan waarin het aantal uitkeringsgerechtigden wordt onderhouden door de werkende bevolking

Slide 15 - Tekstslide

Vergrijzing betalen
  • Verhogen premies of verlagen uitkeringen.
  • Vergroten productie per werknemer door of verhogen arbeidsproductiviteit of meer uren werken.
  • Verlagen van i/ratio door verhogen participatiegraad of verlagen aantal inactieven door b.v. hogere pensioenleeftijd of strengere eisen voor uitkeringen.

Slide 16 - Tekstslide

Zelf aan de slag les 1
  • Maak opdracht 2.3 t/m 2.14 (bekijk ze en maak keuze welke je maakt) In ieder geval 2.11 en 2.12.

Slide 17 - Tekstslide

Zelf aan de slag les 2
  • Maak opdracht 2.16 t/m 2.18.

Slide 18 - Tekstslide

Zelf aan de slag les 3
  • Maak opdracht 2.25 t/m 2.27.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video