WIG 5 Blok 5 les 8

Rekenen Blok 5 les 8
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Rekenen Blok 5 les 8

Slide 1 - Tekstslide

Rekenen met grootheden  
Grootheden gebruikem om hoeveelheden 
verhoudingsgewijs te vergelijken

Slide 2 - Tekstslide

Welke maten ken je?

Slide 3 - Woordweb

Welke maten zijn lengte maten?
A
liter
B
kilo
C
dm3
D
millimeter

Slide 4 - Quizvraag

Welke maat is een gewicht
A
Kilometer
B
mm3
C
kilogram
D
liter

Slide 5 - Quizvraag

Maten kun je verdelen in
  • Lengte
  • Gewicht
  • Inhoud

Slide 6 - Tekstslide

Welke maat is een inhoud?
A
dm3
B
kilogram
C
decagram
D
millimeter

Slide 7 - Quizvraag

Wat is ongeveer de oppervlakte van een wachtkaer bij de tandarts?
A
2000 cm2
B
2000 m2
C
2000 dm2
D
2000 ha

Slide 8 - Quizvraag

Hoe snel vliegt een vliegtuig ongeveer?
A
1000 m/u
B
1000 hm/u
C
1000 dam/u
D
1000 km/u

Slide 9 - Quizvraag

Hoeveel gaat er ongeveer in een blikje frisdrank?
A
30 ml
B
30 cl
C
30 dl
D
30 l

Slide 10 - Quizvraag

Heoveel weegt een volwassen kat ongeveer?
A
4000 mg
B
4000 dg
C
4000 cg
D
4000 g

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide


A
Pinguïn
B
Schilpad

Slide 13 - Quizvraag

De pinguïn
Want de pinguïn loopt 1 kilometer in 1 uur
en de schildpad maar 500 meter in 1 uur.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide


A
Slak
B
Mier

Slide 16 - Quizvraag

De mier, 
Want de mier loopt 50 cm in 30 seconden
en de slak maar 3 centimeter in 30 seconden.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide


A
Neushoorn
B
Olifant

Slide 19 - Quizvraag

Olifant
Want de olifant loopt 1350 meter in een halfuur
en de neushoorn loopt 1300 meter in een halfuur.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide


A
Goudvis
B
Hond

Slide 22 - Quizvraag

De Goudvis
Want de goudvis zwemt 1 meter in 20 seconden, dus
3 meter in 1 minuut en de hond zwemt 2,5 meter in 1 minuut.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link

Slide 26 - Tekstslide

Hoeveel kost een kilo?

Slide 27 - Tekstslide


A
56 eurocent
B
11,20 euro
C
1,12 euro
D
56,- euro

Slide 28 - Quizvraag

Verhoudingstabel

Slide 29 - Tekstslide

Hoeveel kost een kilo

Slide 30 - Tekstslide


A
10,40 euro
B
5,20 euro
C
1,04 euro
D
46,80 euro

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Tekstslide

WELK LAND IS HET DICHTSBEVOLKT?
A
België
B
Duitsland

Slide 33 - Quizvraag

Reken uit de inwoners per km2
Duitsland 80.000.000 / 375.000 = 224 per km2
België 11.400.000 / 30.500 = 374 per km2

Slide 34 - Tekstslide