Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Name that grammatica
grammatica unit 3 en 4
In deze les gaan we kijken of je de namen van de grammatica onderdelen allemaal kent en of je weet wat je moet doen bij elk grammatica onderdeel.
1 / 27
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3
In deze les zitten
27 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
grammatica unit 3 en 4
In deze les gaan we kijken of je de namen van de grammatica onderdelen allemaal kent en of je weet wat je moet doen bij elk grammatica onderdeel.
Slide 1 - Tekstslide
Wat is past simple
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
toekomende tijd
D
ik heb geen tijd
Slide 2 - Quizvraag
Wat moet je doen met het werkwoord in de past simple
A
ww + ing
B
will + hele ww
C
ww + ed
D
ontkennend
Slide 3 - Quizvraag
Welk woordje komt er bij als je een vragende zin maakt in de past simple?
Slide 4 - Open vraag
welk woordje komt er bij als je een ontkennende zin maakt in de past simple
Slide 5 - Open vraag
Wat komt er achter did of didn't?
Slide 6 - Open vraag
Wat is de past continuous
A
Actieve verleden tijd (toen aan de gang)
B
ontkennende tegenwoordige tijd (het gebeurt niet)
C
onvoltooid verledentijd (toen bezig en nog steeds aan de gang)
D
toekomende tijd (bij I en we shall gebruiken)
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de regel voor de past continuous?
Slide 8 - Open vraag
Moet je bij korte antwoorden alleen met ja of nee antwoorden
A
ja, dat moet je.
B
nee, dat moet je niet
Slide 9 - Quizvraag
wat komt er achter could of couldn't
Slide 10 - Open vraag
could kan 2 dingen betekenen. welke 2 zijn dat?
Slide 11 - Open vraag
Wat betekent have to?
Slide 12 - Open vraag
wat komt er achter have to?
Slide 13 - Open vraag
Wat betekent future
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
toekomende tijd
D
heb geen tijd
Slide 14 - Quizvraag
welke van de volgende zinnen staat in de toekomende tijd (future)
A
He won't help us.
B
I walked home.
C
I will see you tomorrow.
D
I go to school every day.
Slide 15 - Quizvraag
wat is de regel van de future
A
ww+ing
B
ww+ed
C
am,are, is + hele werkwoord
D
will + hele werkwoord
Slide 16 - Quizvraag
Hoe kan je het woordje will het beste vertalen?
A
wil
B
zal
C
want
D
kan
Slide 17 - Quizvraag
wanneer mag je shall gebruiken
Slide 18 - Open vraag
bij toekomende tijd: going to, welke woordjes kunnen er voor going to komen.
A
am, are, is
B
has, have
C
was, were
D
did didn't
Slide 19 - Quizvraag
Wanneer moet je toekomende tijd: going to gebruiken?
Slide 20 - Open vraag
wat komt er achter going to
A
ww+ed
B
ww+ing
C
hele werkwoord
D
ww+s
Slide 21 - Quizvraag
wat zet je achter woordjes als je gaat vergelijken
A
-der
B
-er
C
-est
D
more
Slide 22 - Quizvraag
wanneer moet je more of most gebruiken
Slide 23 - Open vraag
Wat staat er achter aan de zin
A
plaatsbepaling
B
tijdsbepaling
Slide 24 - Quizvraag
welke zin is juist
A
I bought it in the store yesterday.
B
He left yesterday from home.
Slide 25 - Quizvraag
wat komt er achter must of mustn't
Slide 26 - Open vraag
wat doen voegwoorden
Slide 27 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Present simple, past simple, future
Februari 2022
- Les met
21 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2,3
HAa/THa (wed)60min
Juni 2023
- Les met
10 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Past Simple
Juni 2022
- Les met
30 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
going to (future)
Mei 2022
- Les met
15 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 2,3
going to (future)
Juni 2022
- Les met
14 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 2,3
Future Will + Going to
Februari 2022
- Les met
30 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
going to (future)
Mei 2022
- Les met
16 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Recap Present Perfect vs Past Simple + Modals
Juni 2022
- Les met
29 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2