Woordenschat proef H1, 2, 3 - Havo 2

Nieuw Nederlands
Woordenschat H 1, 2 en 3
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nieuw Nederlands
Woordenschat H 1, 2 en 3

Slide 1 - Tekstslide

Hoeveel woorden ken je al van hoofdstuk 1, 2 en 3?
Doe deze LessonUp goed mee, wie weet heb je er wat aan voor de aankomende toets....

Slide 2 - Tekstslide

Maak de zin af:
Zo bang als een...
A
vos
B
wezel
C
kuiken
D
leerling uit 2 havo

Slide 3 - Quizvraag

Maak de zin af:
Zo rond als een...
A
tonnetje
B
leraar Nederlands
C
ballon
D
skippybal

Slide 4 - Quizvraag

Maak de zin af:
Zwijgen als...
A
klas 2Ht
B
een vos
C
het graf
D
de nacht

Slide 5 - Quizvraag

Welk woord past in de zin?
De iPad wordt .... geleverd met oplader.
A
gangbaar
B
recent
C
relatief
D
standaard

Slide 6 - Quizvraag

Welk woord past in de zin?
Voor kinderen met hoogtevrees is touwklimmen een ....
A
kwelling
B
standaard
C
lokaal
D
recent

Slide 7 - Quizvraag

Als je dicht op elkaar staat...
A
buig je als een knipmes
B
ben je net een spraakwaterval
C
is het zo klaar als een klontje
D
sta je als haringen in een ton

Slide 8 - Quizvraag

Wat een klier van een vent is dat toch!
Dit is een...
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 9 - Quizvraag

Toen Gairo betrapt werd op roken, trok hij het boetekleed aan.
Dit is een...
A
metafoor
B
personificatie
C
vergelijking

Slide 10 - Quizvraag

Met goede cijfers voor Nederlands, gaan alle deuren voor je open.
Dit is een...
A
metafoor
B
personificatie
C
vergelijking

Slide 11 - Quizvraag

Meneer Tak kreeg een rolberoerte toen hij de cijfers van 2Ht zag.
Dit is een...
A
metafoor
B
personificatie
C
vergelijking

Slide 12 - Quizvraag

De laptop van Fee weigerde dienst.
Dit is een...
A
metafoor
B
personificatie
C
vergelijking

Slide 13 - Quizvraag

De nieuwe apps gingen als warme broodjes over de toonbank.
Dit is een...
A
metafoor
B
personificatie
C
vergelijking

Slide 14 - Quizvraag

Schrijf een passend voorzetsel op.
Rayan deelt zijn verhalen .... zijn vrienden.

Slide 15 - Open vraag

Noteer een passend voorzetsel.
Hij rekende ..... een goed cijfer.

Slide 16 - Open vraag

Noteer het juiste voorzetsel.
Kim liet haar nieuwe telefoon zien .... Emma.

Slide 17 - Open vraag

Wat past in de zin?
Wij lopen de juiste route .... de kaart.
A
aan de hand van
B
door middel van
C
in verband met
D
ten aanzien van

Slide 18 - Quizvraag

Wat past in de zin?
Caolán .... zijn lessen op een originele manier, hij volgt ze vanuit zijn bed.
A
doet in verband met
B
kwam ten goede aan
C
geeft op grond van
D
geeft invulling aan

Slide 19 - Quizvraag

Wat past in de zin?
Fee en Marije komen allebei in aanmerking voor de baan ... de wet gelijke behandeling.
A
door middel van
B
op grond van
C
ten aanzien van
D
aan de hand van

Slide 20 - Quizvraag

Heb je goed opgelet...? Misschien kom je een aantal opdrachten nog wel tegen tijdens de toets....
Kijk op SOM wanneer de toets is, en gebruik QUIZLET om de woorden te leren.

Slide 21 - Tekstslide