Rekenen met Staartdelingen

Rekenen met Staartdelingen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Rekenen met Staartdelingen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je staartdelingen gebruiken om getallen te delen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over rekenen en het gebruik van staartdelingen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn staartdelingen?
Staartdelingen zijn een methode om grote getallen te delen. Het is een efficiënte manier om de deling stap voor stap uit te voeren.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt een staartdeling?
Bij een staartdeling begin je met het delen van de eerste cijfers van het getal. Daarna verplaats je stap voor stap naar rechts en voer je de juiste berekeningen uit.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld: 456 ÷ 6
Laten we een voorbeeld bekijken. We willen 456 delen door 6 met behulp van een staartdeling.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1: Deel het eerste cijfer
We beginnen door 4 te delen door 6. Dit past niet, dus gaan we naar het volgende cijfer.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 2: Voeg het volgende cijfer toe
We voegen het volgende cijfer, 5, toe aan de rest van het getal en krijgen 56.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 3: Deel opnieuw
Nu delen we 56 door 6. Dit past wel, dus het resultaat is 9.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 4: Herhaal het proces
We herhalen de stappen totdat we alle cijfers hebben gedeeld. Het uiteindelijke resultaat is 76.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.