Herhaling hoofdstuk beweging

Herhaling Hfd. 6 Beweging
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling Hfd. 6 Beweging

Slide 1 - Tekstslide

Wat kan je zeggen van de snelheid bij
een eenparige beweging?
Wat kan je zeggen van de snelheid bij een eenparige beweging?
A
de snelheid neemt af
B
de snelheid blijft gelijk
C
de snelheid neemt toe

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de snelheid?
A
16 m/s
B
8 m/s
C
2 m/s
D
0,5 m/s

Slide 3 - Quizvraag


Wat is snelheid?
A
De afstand die je aflegt in een uur
B
De afstand die je aflegt in een bepaalde tijd
C
De tijd die je nodig hebt om een kilometer af te leggen
D
De tijd die je nodig hebt om een meter af te leggen

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de remweg?
A
de lengte van de remsporen
B
een weg waarop je goed kunt remmen
C
de afstand die tijdens het remmen wordt afgelegd
D
De tijd die je nodig hebt alvorens je gaat remmen

Slide 5 - Quizvraag

Van snelheid in m/s naar snelheid km/h doe je door:
A
Snelheid in m/s keer 3,6
B
Snelheid in m/s gedeeld door 3,6
C
Snelheid in m/s keer 36
D
Snelheid in m/s gedeeld door 36

Slide 6 - Quizvraag


In welk diagram is er sprake van een eenparige beweging
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een stroboscoop?
Vul het meest volledige antwoord in
A
Een snel knipperende felle lamp
B
Een felle lamp
C
Een knipperende lamp
D
Een lamp

Slide 8 - Quizvraag

welke auto heeft een eenparige beweging
A
bovenste
B
middelste
C
onderste

Slide 9 - Quizvraag

remweg = 90 m
reactie afstand = 26,67 m
Bereken de stopafstand.

Slide 10 - Open vraag

de remweg is afhankelijk van:
A
mijn reactietijd en het bandenprofiel
B
de banden , het soort wegdek, de leeftijd
C
grote of kleine auto de snelheid en het weer

Slide 11 - Quizvraag



2 Leg uit bij welke foto een gewone lamp is gebruikt .
A
de linker foto
B
de rechter foto
C
allebei de foto's
D
geen van beide foto's

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het symbool voor snelheid?
Wat is de eenheid van snelheid?
A
symbool: v eenheid: m/s
B
symbool: s eenheid: m/s
C
symbool: v eenheid: km/h
D
symbool: s eenheid: km/h

Slide 13 - Quizvraag

een voorbeeld van een eenparige beweging is
A
optrekken bij een stoplicht
B
een roltrap
C
stoppen voor een overstekende paashaas

Slide 14 - Quizvraag

Hoe vaak heeft de stroboscoop zijn lamp aangeknipperd?
A
6
B
7
C
8
D
9

Slide 15 - Quizvraag

Snelheid is =
A
Afstand x Tijd
B
Tijd : Afstand
C
Afstand x Afstand
D
Afstand : Tijd

Slide 16 - Quizvraag


In welk diagram is er sprake van een versnelde beweging
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 17 - Quizvraag


Je rijdt 80 km/h, je reactie tijd is 2 seconden. Laat zien wat de stopafstand is.

Slide 18 - Open vraag