2TH Aanwijzend en vragend voornaamwoord

Vragend voornaamwoord (vr.vnw)
- Een vr.vnw vraagt altijd naar iets of iemand.
- Een vr.vnw kán in een vraagzin staan, maar dat hoeft niet.
- Er zijn vier vragende voornaamwoorden, leer ze uit je hoofd!
    > Wie
    > Wat
    > Welk(e)
    > Wat voor (een)
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Vragend voornaamwoord (vr.vnw)
- Een vr.vnw vraagt altijd naar iets of iemand.
- Een vr.vnw kán in een vraagzin staan, maar dat hoeft niet.
- Er zijn vier vragende voornaamwoorden, leer ze uit je hoofd!
    > Wie
    > Wat
    > Welk(e)
    > Wat voor (een)

Slide 1 - Tekstslide

Vragend voornaamwoord (vr.vnw)
- Wie is er met modderschoenen door de woonkamer gelopen?
- Wat is het huiswerk voor morgen?
- Finn wil weten welk snoepje jij het lekkerst vindt.
- Josien vraagt wat voor jurk Cira aantrekt naar het schoolfeest.

Alléén woorden die naar een persoon, dier of ding vragen zijn vr.vnw!
Woorden die naar een plaats, reden, tijd of iets anders vragen, zijn bijwoord!

Slide 2 - Tekstslide

Aanwijzend voornaamwoord (aanw.vnw)
- Een aanw.vnw. wijst naar iets of iemand.
- Soms staat er een zn achter een aanw.vnw., maar dat hoeft niet.
- Aanwijzende voornaamwoorden zijn:
    > deze             > zo'n
    > die                 > zulk(e)
    > dit                  > dergelijk(e)
    > dat

Slide 3 - Tekstslide

Aanwijzend voornaamwoord (aanw.vnw)
Deze ijsjes zijn echt superlekker!
Liza vindt Paula's zandkasteel mooier dan dat van Jesse.
Die nieuwe schoenen van Coen zijn te gek. Ik wil ook zulke!

Slide 4 - Tekstslide

Benoem vr.vnw en aanw.vnw:
Wat vind jij van dat nieuwe boek
van Carry Slee?

Slide 5 - Open vraag

Benoem vr.vnw en aanw.vnw:
Die docent wil weten welke opdrachten we nog moeilijk vinden.

Slide 6 - Open vraag

Benoem vr.vnw en aanw.vnw:
Waarom hebben jullie dit geheim aan zulke onbetrouwbare mensen doorverteld?

Slide 7 - Open vraag

Kun je aanw.vnw, vr.vnw, in een zin aanwijzen?
A
Ja, zeker
B
Ja, ik denk het wel
C
Nee, maar ik ben goed op weg
D
Nee, ik heb hulp nodig

Slide 8 - Quizvraag

Deze vraag heb ik nog over de leerdoelen:

Slide 9 - Open vraag

Aan het werk
Keuze:
TL: NN par. 9 vragend voornaamwoord
Havo: NN par. 4 aanwijzend en vragend voornaamwoord
of
Invulopdracht in tweetallen
of 
Schrijfopdracht met aanwijzend en vragend voornaamwoord

Slide 10 - Tekstslide