par 5.3 Dichtheid

Dichtheid
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 9 videos.

Onderdelen in deze les

Dichtheid

Slide 1 - Tekstslide

Wat is dichtheid?

De dichtheid, of soortelijke massa van een stof is in de natuur- en scheikunde de massa  (in gram) van 1 cm3 van een stof.

Dit betekend dat ieder voorwerp met een volume van 1 cm3  van 
dezelfde stof altijd de zelfde massa heeft.

Slide 2 - Tekstslide

Er zijn twee grootheden nodig voor het berekenen van de dichtheid.
Weet je welke dat zijn?
A
lengte en breedte
B
massa en volume
C
massa en gewicht
D
massa en lengte

Slide 3 - Quizvraag

Hoe bepaal je de massa?
De massa bepaal je met behulp van een weegschaal of een balans. De massa wordt gemeten in gram of in kilogram.

Weet je nog hoe je die moet omrekenen?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

1492,56 g =
A
149,256 kg
B
1,49256 kg
C
142,56 kg
D
0,149256 kg

Slide 6 - Quizvraag

Gaan we nu kijken naar het volume.
Wat is een ander woord voor volume?
A
oppervlakte
B
maat
C
inhoud
D
grootte

Slide 7 - Quizvraag

Twee manieren om het volume te bepalen
Manier 1:  meten

Voor deze manier heb je een meetlat  nodig. Meten kan alleen als het een rechthoekig voorwerp is. Je meet dan de lengte van het voorwerp, de breedte en de hoogte.

De formule die je voor het berekenen van het volume moet gebruiken ken je uit de wiskunde.

Slide 8 - Tekstslide

De formule voor het berekenen van het volume van een voorwerp is:
A
V = l x b x m
B
V = b x h x s
C
V = l x h x d
D
V = l x b x h

Slide 9 - Quizvraag

Twee manieren om het volume te bepalen
Manier 2: de onderdompelmethode

Deze manier van meten gebruik je bij het bepalen van het volume van 
een voorwerp met onregelmatige vormen, bijvoorbeeld een kiezelsteen.

Je hebt een maatcilinder met een bepaalde hoeveelheid water. Deze hoeveelheid lees je precies af. Vervolgens laat je voorzichtig het voorwerp in het water glijden. 
Het niveau van het water stijgt hierdoor. het verschil in waterstand is   
precies gelijk aan het volume van het voorwerp

Slide 10 - Tekstslide

Volume

Volume kun je bepalen met de onderdompelmethode


Slide 11 - Tekstslide

Opdracht
Neem de volgende pagina over als aantekening.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Volume omrekenen
Aan het begin van het jaar het je geleerd hoe je inhoudsmaten moet omrekenen.

Weet je het nog?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

En deze dan??


Slide 16 - Tekstslide

Volume omreken
Als je het lastig vind kun je hierna nog 2 filmpjes met uitleg bekijken.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Hoeveel kubieke decimeters passen in 1 kubieke meter?
A
10
B
1000
C
100
D
10000

Slide 20 - Quizvraag

Een kubieke decimeter is evenveel als...
A
10 liter
B
1 liter
C
100 liter
D
0,1 liter

Slide 21 - Quizvraag

630 dm³ = ... m³


A
63
B
6,3
C
630 000
D
0,630

Slide 22 - Quizvraag

2,5 liter is hetzelfde als...
A
25 hectoliter
B
250 deciliter
C
2500 milliliter
D
250 centiliter

Slide 23 - Quizvraag

1,0 kubieke meter is hetzelfde als...
A
1000 L
B
10.000 L
C
100 L
D
1,0 L

Slide 24 - Quizvraag

1,0 kubieke decimmeter is hetzelfde als...
A
1000 L
B
10.000 L
C
100 L
D
1,0 L

Slide 25 - Quizvraag

1,0 dm³ = ... cm³

A
1000
B
10.000
C
100
D
1,0

Slide 26 - Quizvraag

1,0 cm³ = ... mL

A
1000
B
10.000
C
100
D
1,0

Slide 27 - Quizvraag

1,0 L = ... mL

A
1000
B
10.000
C
100
D
1,0

Slide 28 - Quizvraag

Even oefenen:
16,8 l =
A
1,68 dm
B
16,8 dm^3
C
16,8 cm^3
D
16,8 dm^2

Slide 29 - Quizvraag


14,5 l =
A
14,5 cm^3
B
145 dm^3
C
14500 cm^3
D
1450 cm^3

Slide 30 - Quizvraag


6000m3=...dam3
A
600
B
6
C
60 000
D
6 000 000

Slide 31 - Quizvraag


5dm3=...liter
A
5
B
5000
C
0,005
D
50

Slide 32 - Quizvraag


30m3=...dl
A
30 000 000
B
300 000
C
3 000
D
0,00030

Slide 33 - Quizvraag

Dichtheid
Een filmpje over grote en kleine dichtheid, 
klik maar door.

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video

Opdracht
Neem de twee volgende pagina's over als aantekening.

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video

Tabel dichtheid
Op de toets krijg je de tabel met dichtheden erbij. Deze hoef je dus niet uit je hoofd te leren.

Slide 41 - Tekstslide

Opdracht
  • Lees blz 177 t/m 180 van par 5.3
  • Maak vraag 35 t/m 48



Op de volgende pagina's nog wat extra uitleg als het het lastig vindt om met dichtheid te rekenen.

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

Slide 44 - Video

Slide 45 - Video