4.1 Sta je sterk in je werk?

H4 Werk aan de winkel!
Paragraaf 4.1 Sta je sterk in je werk?
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H4 Werk aan de winkel!
Paragraaf 4.1 Sta je sterk in je werk?

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten we nog/al?

Slide 2 - Tekstslide

CAO

Slide 3 - Woordweb

Leerdoelen 4.1
  • Je kunt uitleggen hoe werknemers beschermd worden.
  • Je kunt verklaren waardoor vrouwen economisch minder zelfstandig zijn dan mannen.
  • Je kunt groepen mensen noemen die belemmeringen ervaren bij het vinden van werk.
  • Je kunt arbeidsmotieven noemen en het belang van onbetaalde arbeid uitleggen.

Slide 4 - Tekstslide

Wetten en regels
Er zijn een aantal wetten en regels om werknemers te beschermen:
  • Minimumloon
  • Doorbetaling bij ziekte
  • Ontslag alleen met toestemming UWV of rechter
  • De arbowet en arbeidstijdenwet
  • Uitkering bij werkloosheid of arbeidsongeschiktheid

Slide 5 - Tekstslide

CAO
  • Je kunt lid worden van een vakbond.
  • Die onderhandelt met de werkgevers over bijvoorbeeld het loon, het aantal werkuren per week en het aantal vakantiedagen.
  • De afspraken over de arbeidsvoorwaarden worden per bedrijfstak vastgelegd in een CAO (collectieve arbeidsovereenkomst)

Slide 6 - Tekstslide

Voltijd of deeltijd
  • Met een voltijdbaan werk je 36 uur of meer per week.
  • Heb je een deeltijdbaan dan werk je minder dan 36 uur per week.
  • In Nederland hebben veel vrouwen een deeltijdbaan.
  • Een oorzaak hiervan is de rolverdeling in gezinnen, waarbij moeders het grootste deel van de zorg voor de kinderen en het huishouden op zich nemen.

Slide 7 - Tekstslide

Algemene wet gelijke behandeling
  • Sommige groepen kunnen lastig werk vinden ondanks dat ze net zo geschikt zijn door een ander.
  • Leeftijd, gender, afkomt, religie en seksuele geaardheid kunnen hierbij een rol spelen.
  • Volgens de algemene wet gelijke behandeling mag dit niet.
  • Toch komt dit in de praktijk wel vaak voor. Vrouwen verdienen vaak voor hetzelfde werk minder salaris.

Slide 8 - Tekstslide

Arbeidsmotieven
De reden dat je werk zijn arbeidsmotieven.
Arbeidsmotieven kunnen zijn:
  • Geld verdienen
  • behoefte aan sociale contacten
  • Nuttig en zinvol bezig zijn
  • Regelmaat in je leven
  • Nieuwe dingen leren.

Slide 9 - Tekstslide

Soorten werk
  • Onbetaald werk wordt ook wel grijs werk genoemd, dit is werk waarvoor je niet wordt betaald, zoals Vrijwilligerswerk of mantelzorg.
  • bij Zwart werk, werk je zonder arbeidscontract. Je krijg wel loon, maar betaalt geen belasting of sociale premies. zwartwerken is strafbaar.
  • niet geregistreerd werk, noemen we de informele sector.

Slide 10 - Tekstslide

Je kunt nu
  • Je kunt uitleggen hoe werknemers beschermd worden.
  • Je kunt verklaren waardoor vrouwen economisch minder zelfstandig zijn dan mannen.
  • Je kunt groepen mensen noemen die belemmeringen ervaren bij het vinden van werk.
  • Je kunt arbeidsmotieven noemen en het belang van onbetaalde arbeid uitleggen.

Slide 11 - Tekstslide

Begrippen paragraaf 4.1 
  • Algemene wet gelijke behandeling
  • Arbeidsmotieven
  • Cao
  • Minimumloon

Slide 12 - Tekstslide

Aan het werk!
Maken opdrachten 4.1: 3, 4, 5, 6, 8, 10 en 11  
Maken Rekenopdrachten: 3, 5 en 6
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  Werk laten zien aan docent.
Veel fout? -> Maken herhalingsopdrachten 4.1
Veel goed? -> Maken plusopdrachten 4.1 

 

timer
25:00

Slide 13 - Tekstslide