2.2 Democratie in Nederland

Cijfers...
Welke cijfers krijgen jullie nog terug?
  • Presentatie 'isme'
  • Werkstuk slavernij

Toetsen de rest van het jaar?
  • Diagnostische toetsen
  • Misschien later 'echte toetsen', mondeling, opdracht, verslag??
2.2 'Democratie in Nederland'
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Cijfers...
Welke cijfers krijgen jullie nog terug?
  • Presentatie 'isme'
  • Werkstuk slavernij

Toetsen de rest van het jaar?
  • Diagnostische toetsen
  • Misschien later 'echte toetsen', mondeling, opdracht, verslag??
2.2 'Democratie in Nederland'

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Koninkrijk der Nederlanden
In 1815 werd Nederland samen met België een constitutionele monarchie: Het Koninkrijk der Nederlanden
  • Koning Willem I
  • Staatshoofd: de persoon met de hoogste macht
  • Regeringsleider: de aanvoerder (leider) van de regering

    Taken van koning
  • Benoemen ministers
  • Ontslaan ministers
    Minister moesten gehoorzamen aan koning
  • Uitgaven
  • Het leger
  • De kolonies

Slide 7 - Tekstslide

Het bestuur van Nederland
  • Vertegenwoordigers van het volk zaten in het parlement, dat werd ook wel Staten-Generaal genoemd
  • Het parlement bestond uit de Eerste Kamer en de Tweede Kamer
  • De koning koos de leden van de Eerste Kamer
  • De leden van de Tweede Kamer worden gekozen door de Provinciale Staten
  • Eerste Kamer: deel van de Staten-Generaal
    Tweede Kamer: deel van de Staten-Generaal waarvan de leden door burgers zijn gekozen
  • Provinciale Staten: de volksvertegenwoordigers in de provincie
  • Edelen en regenten kozen de Provinciale Staten
  • Het parlement moest nieuwe wetten goedkeuren, maar had voor de rest weinig macht

Slide 8 - Tekstslide

Maken deze les
2.2 Democratie in Nederland

opdracht 1

werkboek blz. 28
infoboek blz. 22-23

Slide 9 - Tekstslide

Begrippenlijst
Staatshoofd: persoon met het hoogste gezag in de staat
Regeringsleider: aanvoerder van de regering
Provinciale Staten: vertegenwoordiging in de provincie
Parlementair stelsel: bestuursysteem waarin het parlement de hoogste macht heeft
Minister-President: Belangrijkste minister, regeringsleider

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Maken deze les
2.2 Democratie in Nederland

opdracht 2 en 3

werkboek blz. 28-29
infoboek blz. 22-23

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video