Leesvaardigheid met humor: B1 Engels les
1 / 15
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Introduceer de les en leg uit wat de studenten aan het einde van de les zullen leren.
Wat weet je al over het verbeteren van jouw leesvaardigheid?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Beschrijf waarom humor belangrijk is bij het verbeteren van de leesvaardigheid.
Slide 5 - Tekstslide
Selecteer een paar teksten die geschikt zijn voor B1 niveau en die humor bevatten. Overweeg om verschillende soorten teksten te gebruiken, zoals nieuwsartikelen, humoristische essays of strips.
Slide 6 - Tekstslide
Identificeer belangrijke woorden en uitdrukkingen in de teksten die onbekend zijn voor de studenten. Geef uitleg over de betekenis en gebruik ervan in context.
Slide 7 - Tekstslide
Stel vragen over de inhoud van de teksten om te controleren of de studenten het hebben begrepen. Moedig studenten aan om hun antwoorden te onderbouwen met bewijs uit de tekst.
Slide 8 - Tekstslide
Leid een discussie over de grappige elementen in de teksten en waarom ze grappig zijn. Help studenten bij het begrijpen van de culturele referenties en de subtiele nuances die humor kunnen opleveren.
Slide 9 - Tekstslide
Geef studenten de opdracht om hun eigen grappige tekst te schrijven en moedig hen aan om creatief te zijn. Laat studenten hun teksten voorlezen en bespreek waarom ze grappig zijn.
Slide 10 - Tekstslide
Vat de belangrijkste punten van de les samen en zorg ervoor dat studenten weten wat ze hebben geleerd. Beantwoord eventuele vragen die nog niet zijn beantwoord.
Slide 11 - Tekstslide
Geef studenten de opdracht om te oefenen met het lezen van grappige teksten op B1 niveau en de grappige elementen te identificeren. Beoordeel hun begrip en moedig studenten aan om te blijven oefenen.
Slide 12 - Tekstslide
Geef studenten de opdracht om thuis een grappige tekst op B1 niveau te lezen en de grappige elementen te identificeren. Bespreek de teksten in de volgende les.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 13 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 14 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 15 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
