2.1 + 2.2 oefenvragen

Wat gaan we doen?
Week 41- les 1
1 Controle hw 
2 Nakijken oefentoets
3 nog vragen? evt extra uitleg.

Hw= oefentoets op blaadje af. 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
Week 41- les 1
1 Controle hw 
2 Nakijken oefentoets
3 nog vragen? evt extra uitleg.

Hw= oefentoets op blaadje af. 

Slide 1 - Tekstslide

Oefenvragen 
Pak een los blaadje
Noteer je naam en klas

Noteer het vraag nummer en het antwoord

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

1 Lage luchtdruk 
5 kenmerken 
2 Hoge luchtdruk 
5 kenmerken 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

3 Wat is de Wet van Buys Ballot?
Teken op je blaadje de aarde.
Teken de evenaar, de 30, 60 en 90 breedtegraad. NB en ZB
Zet H en L op de juiste plek
Teken met pijlen de windrichting tussen H en L

Slide 6 - Tekstslide

4 Wind waait altijd van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied.
A
goed
B
fout

Slide 7 - Quizvraag

5 Als we een hogedrukgebied hebben gaat het regenen.
A
goed
B
fout

Slide 8 - Quizvraag

6 Als de neerslag op het land valt en via een omweg in de zee terug komt noemen we dit ....
A
de korte kringloop van het water.
B
de lange kringloop van het water.

Slide 9 - Quizvraag

7 De kaart van bron 1 gaat over de verschillen in luchtdruk in Europa.
Bij welke letter in bron 1 was de windsnelheid op 10 september 2013 het hoogst?
A
bij letter P
B
bij letter Q
C
bij letter R
D
bij letter S

Slide 10 - Quizvraag

Tekst
Opdr 8

Slide 11 - Tekstslide

Opdr 9

Slide 12 - Tekstslide

Opdr 10 Twee leerlingen doen een uitspraak over luchtdruk.
Uitspraak 1: hoe dichter de isobaren bij elkaar liggen, hoe zwakker de wind is die daar waait.
Uitspraak 2: in hogedrukgebieden stijgt de lucht op en is de kans op neerslag groot.
Wat is juist?
A
1
B
2
C
beide onjuist
D
beide juist

Slide 13 - Quizvraag

Opdr 11

Slide 14 - Tekstslide

Opdr 12

Slide 15 - Tekstslide

Opdr 13 Bekijk bron 3.
Welke beschrijving hoort bij het weer in Nederland op 11 april 2007?
A Het was bewolkt en droog.
B Het was bewolkt en regenachtig.
C Het was onbewolkt en droog.
D Het was onbewolkt en regenachtig.
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 16 - Quizvraag

antwoord
Opdr 14

Slide 17 - Tekstslide

vraag
antwoord
Opdr 15

Slide 18 - Tekstslide