Paragraaf 2.2 deel 2

Paragraaf 2.2 winst is winst
Leerdoelen
Je kunt met behulp van gegevens en formules de aangeboden hoeveelheid bepalen.
Je kunt met behulp van gegevens en formules de kosten, opbrengsten en winst berekenen.

Toets in de week voor de kerstvakantie! 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Paragraaf 2.2 winst is winst
Leerdoelen
Je kunt met behulp van gegevens en formules de aangeboden hoeveelheid bepalen.
Je kunt met behulp van gegevens en formules de kosten, opbrengsten en winst berekenen.

Toets in de week voor de kerstvakantie! 

Slide 1 - Tekstslide

Pak even laptop erbij
Open de link die in het huiswerk staat bij vandaag

Slide 2 - Tekstslide

Wat is afzet

Slide 3 - Open vraag

Hoe bereken je de omzet?

Slide 4 - Open vraag

Welke twee soorten kosten zijn er en wat is het verschil?

Slide 5 - Open vraag

De kostenfunctie van een product is als volgt: TK = 3,5Q + 150. Wat zijn de constante kosten en wat de variabele?

Slide 6 - Open vraag

De opbrengstenfunctie is ook bekend: TO = 5Q, TK was 3,5Q + 150. Bij hoeveel producten ligt het break-even point?

Slide 7 - Open vraag

In Frikandelbroodjes blijkt paardenvlees te zitten. Wat zal dit voor gevolgen hebben voor de verkoopprijs?

Slide 8 - Open vraag

Aanbodlijn
Geeft bij iedere prijs de hoeveelheid aangeboden goederen/diensten. 
Voorbeeld uit het boek: Qa = 25000P - 10000. 
Wat is opvallend? Positieve richtingscoefficient. 

Slide 9 - Tekstslide

Vervolg: 
2 opties: 
1. Samen opgave 10 maken

Slide 10 - Tekstslide

Paragraaf 2.2 winst is winst
Leerdoelen
Je kunt met behulp van gegevens en formules de aangeboden hoeveelheid bepalen.
Je kunt met behulp van gegevens en formules de kosten, opbrengsten en winst berekenen.

Slide 11 - Tekstslide