Redekundig ontleden deel 1

Goedemorgen V2A!
Stop je telefoon in de telefoontas en pak er een laptop bij
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Goedemorgen V2A!
Stop je telefoon in de telefoontas en pak er een laptop bij

Slide 1 - Tekstslide

Wat is redekundig ontleden?
A
Het benoemen van de woordsoorten in een zin
B
De zin verdelen in zinsdelen, functie benoemen

Slide 2 - Quizvraag

Is "werd" een zelfstandig werkwoord?
Er werd wat geglimlacht: van mij naar hem
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quizvraag

Huiswerk samen nakijken
Opdracht 1 en 2 van hoofdstuk 6

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het werkwoordelijk gezegde van een zin?

Slide 5 - Open vraag

Maak individueel opdracht 3 
Klaar? Bestudeer alvast de theorie op pagina 28

Slide 6 - Tekstslide

Hoe vind je het lijdend voorwerp in een zin? Welke vraag stel je?

Slide 7 - Open vraag

Hoe vind je het meewerkend voorwerp in een zin? Welke vraag stel je?

Slide 8 - Open vraag

Voorzetsel voorwerp
Een zinsdeel dat begint met een voorzetsel en een sterke band heeft met  het werkwoord in een zin. 
Je kunt het voorzetsel in een voorzetselvoorwerp niet weglaten zonder dat de betekenis verandert.  

Voorbeeld: houden van, terugkomen op, rekenen op
Ze / stoorde / zich / aan al het lawaai

Slide 9 - Tekstslide

Bijwoordelijke bepaling
  • Geeft extra informatie bij het gezegde (wanneer, waarom, waar gebeurt iets)
  • Bijvoorbeeld: Waar(heen)/Wanneer/Waarom/Met wie/wat + onderwerp + gezegde?
  • Het vraagwoord kan ook een bijwoordelijke bepaling zijn (Wanneer gaan jullie op vakantie?)
  • Niet/soms/al/zelfs/misschien/toch/ook zijn altijd losse bijwoordelijke bepalingen

Slide 10 - Tekstslide

Maak opdracht 8 en 9

Slide 11 - Tekstslide