Vertering

Welkom
T

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
T

Slide 1 - Tekstslide

Vertering
Het omzetten van polysachariden (vooral zetmeel) naar monosachariden

Slide 2 - Tekstslide

BINAS 82
Mond: mechanische vertering en afbraak zetmeel (poly-) tot maltose (di-)

12V darm: opnieuw amylase

Dunne darm: afbraak maltose tot glucose en opname glucose.

Slide 3 - Tekstslide

Opname in de dunne darm
Alle verteringsproducten worden via actief transport opgenomen en komen in de bloedvaten. Deze bloedvaten gaan vervolgens via de poortader naar de lever.

Via de leverader komen de verteringsproducten in je bloedvatenstelsel

Slide 4 - Tekstslide

Darmplooien, darmvlokken en villi vergroten het darmoppervlak

Slide 5 - Tekstslide

Wet van Fick (BINAS 83) (diffusie)

Slide 6 - Tekstslide

Vetvertering

  • Onverzadigd zit veel in plantaardige oliën en vis. 
  • Verzadigd zit veel in vlees en kaas

  • Verzadigde vetzuren spelen een rol bij verbranding (reservestof) en isolatie en bevorderen cholesterolophoping in de bloedvaten
  • Onverzadigde vetzuren zitten in celstructuren (celmembraan) en bevorderen de afbraak van cholesterolophoping in de bloedvaten

  • Sommige onverzadigde vetten zijn essentieel, dit betekent dat je lichaam ze zelf niet kan aanmaken. Je moet ze dus binnekrijgen via de voeding

Slide 7 - Tekstslide

Twaalfvingerige darm
Hier komt de voedselbrij vanuit de maag:

Lever produceert gal. Galblaas slaat gal op.
Gal emulgeert vetten

Alvleesklier produceert alvleessap 
Alvleessap verteert eiwitten + vetten + koolhydraten

Alvleessap neutraliseert de lage pH die mee is gekomen met de voedselbrij vanuit de maag

Slide 8 - Tekstslide

Produceert de twaalfvingerige darm zelf enzymen?
A
Ja
B
Nee
C
Hangt van de voedingsstoffen af

Slide 9 - Quizvraag

De lever produceert gal. De galblaas slaat dit op.

Een emulgator is een stof die helpt bij het mengen van twee stoffen die normaal gesproken niet of moeilijk mengbaar zijn.

Water en vetten mengen niet of nauwelijks. Gal zorgt ervoor dat dit wel gebeurt. Hierdoor treedt er oppervlaktevergroting op. Enzymen kunnen vervolgens in gaan werken op vetten.


Gal emulgeert vetten

Slide 10 - Tekstslide

Welke factor uit de wet van fick verandert door de toevoeging van gal aan de voedselbrij? Wat voor invloed heeft dat op de vertering van vetten? (zie binas 83A)

Slide 11 - Open vraag

Is gal een enzym?

Slide 12 - Open vraag

Opname in de dunne darm
Alle verteringsproducten worden via actief transport opgenomen en komen in de bloedvaten. Deze bloedvaten gaan vervolgens via de poortader naar de lever.

Uitzondering zijn verteringsproducten van vetten (glycerol & vetzuren). Deze worden opgenomen door lymfevaten. Hierin worden deze producten nog verder verwerkt voordat ze later bij de schouder in het bloedvatenstelsel komen. 

Slide 13 - Tekstslide

Eiwitvertering
Maagwand produceert maagsap

Kliercellen maken H+ en CL- (HCL)

Andere cellen produceren slijm of pepsinogeen

Pepsinogeen = inactief enzym
HCL en pepsine kan pepsinogeen activeren

Slide 14 - Tekstslide

pepsine = peptidase

Slide 15 - Tekstslide

Maagportier

Slide 16 - Tekstslide

alvleesklier
De alvleesklier produceert alvleessap (enzym).

Alvleessap breekt eiwitten, zetmeel en vetten af.

Neutraliseert verteringskanaal tot pH = 8 mbv HCO3-

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag


Maak de oefentoets genaamd
Examentrainer



Slide 18 - Tekstslide