Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Negative Questions
Negative questions
Ontkennende vragen
1 / 20
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
In deze les zitten
20 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Negative questions
Ontkennende vragen
Slide 1 - Tekstslide
Negative questions (ontkennende vragen) gebruik je als je iets niet zeker weet, of omdat je je ergens aan ergert of over verbaast.
Isn't Jamal your brother?
Weren't you going to stop smoking?
Didn't Dad tell you he was going to be late?
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Als er een vorm van
to be (am, is, are, was, were
), have got, has got of een modal (hulpwerkwoord) als
can
in de zin staat:
-begin je daar de zin mee,
-zet je er n't achter,
-zet je het onderwerp erachter,
-en dan de rest van de zin.
Slide 4 - Tekstslide
Voorbeelden:
You
were
at school. >
Weren't
you at school?
Sam
has
got a question. >
Hasn't
Sam got a question?
Your brother
can
help you. >
Can't
your brother help you?
Slide 5 - Tekstslide
Make a negative question:
He threw keys.
A
Doesn't he throw keys?
B
Didn't he throw keys?
C
Throwed he not keys?
Slide 6 - Quizvraag
Make a negative question:
They / to live / in a house?
A
Live they in a house?
B
Do not they in a house?
C
Do they live in a house?
D
Don't they live in a house?
Slide 7 - Quizvraag
Make the negative question:
We saw Harry.
Slide 8 - Open vraag
Make a negative question:
You can drive.
Slide 9 - Open vraag
Maak een negative question.
I work at school.
A
Doesn't you work at school?
B
Don't you work at school?
C
Workn't you at school?
Slide 10 - Quizvraag
Maak een negative question.
I am going to sleep
A
Am I not going to sleep?
B
Amn't I going to sleep?
C
Don't I go to sleep?
Slide 11 - Quizvraag
Maak een negative question.
I'd like to work.
A
Wouldn't I want to work?
B
Don't I want to work?
C
Won't I like to work?
Slide 12 - Quizvraag
Make a negative question:
You lived in Hattem.
Slide 13 - Open vraag
Make a negative question:
They walked home.
Slide 14 - Open vraag
Make negative questions:
Mathijs can play soccer
A
Didn't Mathijs play soccer?
B
Can't Mathijs play soccer?
C
Haven't Mathijs play soccer?
D
Doesn't Mathijs play soccer?
Slide 15 - Quizvraag
Maak een negative question.
You're very happy.
A
Weren't you very happy?
B
Aren't you very happy?
Slide 16 - Quizvraag
Make a negative question:
They were happy.
Slide 17 - Open vraag
Make a negative question:
She is beautiful.
Slide 18 - Open vraag
Voor alle andere werkwoorden...
-gebruik je een ontkennende vorm van to do
(don't, doesn't, didn't
),
-begin je daar de zin mee,
-zet je het onderwerp erachter,
-dan het hele werkwoord (dus zonder -s of -ed),
-en dan de rest van de zin.
Slide 19 - Tekstslide
Voorbeelden:
You
want
something to drink. >
Don't you want
something to drink?
Tilly
needs
some help. >
Doesn't Tilly need
some help?
They
left
early. >
Didn't they leave
early?
Slide 20 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Negative questions
Maart 2021
- Les met
28 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
3T Theme 2 - negative questions 2
September 2022
- Les met
16 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Negative questions
Oktober 2019
- Les met
14 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
2V Wider World unit 4 quantifiers & irr. verbs 56-70
Juni 2022
- Les met
16 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
negative questions
Maart 2022
- Les met
21 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
negative questions
Mei 2020
- Les met
22 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Negative questions grammar 5 chapter 2 goede versie
Oktober 2020
- Les met
25 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
3TL Theme 2 lesson 5 - DOJ
November 2018
- Les met
16 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3