2M week 22 les één

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Hi everyone!

Sit down and grab your books!

Today...

1. Who is here?

2. Reading

3. What did we do the previous lesson?

4. Grammar

5. Exercises

6. Questions?

What did we do in the previous  lesson?

Well done! We talked about grammar

Checking homework

Your homework for today was:

1. Do exercises 19, 25, 26, 27, 31, 32

Let's check!

Prefixes

Prefixes

1. Wat zijn 'prefixes'?

2. Waar komen 'prefixes'?

3. Welke verschillende prefixes zijn er, en wat betekenen ze?

4. Hoe weet je welke prefix je moet gebruiken?

Voorvoegsels

Voorvoegsels zijn letters die je vooraan een woord plakt. Deze letters veranderen de betekenis van een woord.

Regular - Irregular

Possible - Impossible

Play - Replay

Voorvoegsels

De volgende voorvoegsels betekenen 'niet' of 'het tegenovergestelde':

non, un, in, im, il, ir, dis

Voorvoegsels

Non (sense - nonsense)

Un (used - unused)

In (compatible - incompatible)

Im (possible - impossible)

Il (legal - illegal)

Ir (regular - irregular)

Dis (appear - disappear)

Voorvoegsels

'Re' betekent 'opnieuw', 'terug' of 'als reactie op'.

Turn - Return

Visit - Revisit

Play - Replay

Act - React

Voorvoegsels

'Mis' betekent 'verkeerd' of 'niet'.

Use - misuse

Behave - misbehave

Are there any questions?

Let's work!