09-05-23 recap Future tenses - start chapter 6

In the city
Leerdoelen: 
Ik weet hoe ik de toekomende tijd moet toepassen in het Engels.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

In the city
Leerdoelen: 
Ik weet hoe ik de toekomende tijd moet toepassen in het Engels.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In the city
Programme:
- recap Future tenses
- start chapter 6

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik gebruik 'will' bij:
A
voorspellingen met bewijs
B
voorspellingen zonder bewijs
C
bij plannen
D
bij afspraken die vast staan

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik gebruik 'to be going to'
A
bij afspraken die vaststaan
B
bij voorspelling zonder bewijs
C
bij beloftes
D
bij plannen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik gebruik de 'present continuous' bij:
A
bij afspraken die vast staan
B
bij voorspelling met bewijs
C
bij een aanbod
D
bij plannen

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik gebruik de 'present simple' bij:
A
voorspelling met bewijs
B
bij plannen
C
gebeurtenis volgens schema, dienstregeling
D
voorspelling zonder bewijs

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

You're not sure what to do this weekend, but you are thinking of going to the movies. You say...
A
I'll go to the movies.
B
I'm going to go the movies.
C
I'm going to the movies.
D
I go to the movies.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

You have tickets to Frankfurt on Thursday, you say.
A
I'll visit to Frankfurt on Thursday.
B
I'm going to visit Frankfurt on Thursday.
C
I'm visiting Frankfurt on Thursday.
D
I visit Frankfurt on Thursdays.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zeker is het dat dit gaat gebeuren?
I'm leaving for Australia tomorrow.
0100

Slide 9 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zeker is het dat dit gaat gebeuren?
They'll live in London one day.
0100

Slide 10 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

The intercity to Leeds .... from platform 2A in about ten minutes.
A
will leave
B
leaves
C
is leaving
D
is going to leave

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jamie told me he ... his friends for dinner at Clare's today.
A
will meet
B
meets
C
is meeting
D
is going to meet

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

FUTURE My bus is delayed.
I ...... too late at the airport.
A
am
B
will be
C
am going to be
D
shall be

Slide 13 - Quizvraag

Vanwege de vertraging van je bus heb je nu aanleiding om aan te nemen dat je te laat gaat komen.
Choose the correct answer.
I promise I ____ you when I arrive at the station.
A
will call
B
am calling

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct answer.
3. You did not study at all. You ____ the test.
A
are definitely failing
B
are definitely going to fail

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Snap je de Future?
A
yes
B
no
C
wasda?
D
half

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4 ways to use the Future tense
Present simple
fixed time 
(volgens rooster)
The bus leaves at 6.
Present continuous
dingen gaan zeker gebeuren
I'm leaving for Paris tomorrow.
to be going to
plan gemaakt, afspraak nog niet
We're going to watch 
Madagaskar in the vacation!
will/shall
nog geen plan
je doet een voorstel
She'll become a lawyer once.
Shall I bring you a drink?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chapter 6; Having a good time
Theme words B; page 112
Read the lyrics and do exercise 10.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Homework
- Learn words A of chapter 6
- do exercises 8, 11a/b, 11c (on your own), 12

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overview
  • ‘To be’ going to + verb - iets dat je van plan bent, voorspelling met bewijs
  • Will/Shall + verb - voorstel, verzoek, belofte, spontaan beslissing, , voorspelling zonder bewijs.
  • Present simple - iets dat op een schema staat.
  • Present continuous - iets dat is gepland, een afspraak (Future diary)




Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies