Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
4aso Zwakke werkwoorden Duits basis
zwakke werkwoorden Duits
1 / 19
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
19 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
zwakke werkwoorden Duits
Slide 1 - Tekstslide
Zijn niet moeilijk ....
zijn regelmatig
worden volgens een vast schema vervoegd
hiervoor bestaat een ezelsbruggetje
Slide 2 - Tekstslide
Na deze les ...
Ken je de regels voor het vervoegen van de zwakke werkwoorden.
Kan je met behulp van de regels de zwakke werkwoorden vervoegen
en weet je op welke bijzonderheden je moet letten.
Slide 3 - Tekstslide
Wat is een zwak werkwoord?
verleden tijd: geen klinkerverandering
Nederlandse zwakke werkwoorden zijn vrijwel altijd ook in het Duits zwak
Slide 4 - Tekstslide
Ezelsbruggetje
Achter de stam van het werkwoord
komen de uitgangen:
(fe)
E - ST - T - EN - T - EN
Slide 5 - Tekstslide
Hoe krijg je de stam?
In het Duits krijg je de stam door
van het hele werkwoord
de
-en
of
-n
(als er geen 'e' voor staat)
weg te laten
Voorbeelden:
machen > mach; spielen > spiel; kommen > komm
Slide 6 - Tekstslide
Voorbeeld:
machen
(= doen, maken)
(ik) ich
mach
e
(hij) du
mach
st
(hij/zij/het) er/sie/es
mach
t
(wij) wir
mach
en
(jullie) ihr
mach
t
(zij/u) sie/Sie
mach
en
Slide 7 - Tekstslide
Oefen nu zelf en kijk of je het snapt:
vertaal 'hij speelt'
spielen (= spelen)
A
er spielt
B
er spielst
C
du spielst
D
du spielt
Slide 8 - Quizvraag
bellen = blaffen in het Duits dus
A
der Hund bellt
B
der Hund belle
C
der Hund bellst
D
der Hund bellen
Slide 9 - Quizvraag
Wat is juist ?
A
ich wohnt
B
er wohnt
C
sie wohnt
D
du wohnt
Slide 10 - Quizvraag
Ik ga naar huis
A
er geht
B
er gehst
C
ich geht
D
ich gehe nach Hause
Slide 11 - Quizvraag
nog eentje
A
er schreibst
B
ich schreiben
C
du schreibst
D
wir schreibt
Slide 12 - Quizvraag
Musik hören = muziek beluisteren
Welke 2 zijn juist ?
A
er hörst
B
wir hören
C
ihr hört
D
du hört
Slide 13 - Quizvraag
Vertaal:
jullie kopen
kaufen (= kopen)
A
ihr kauft
B
sie kauft
C
er kauft
D
du kauft
Slide 14 - Quizvraag
Welke twee vervoegingsvormen hebben het hele werkwoord?
A
er/sie/es + wir
B
ich + wir
C
er/sie/es + ihr
D
wir + sie/Sie
Slide 15 - Quizvraag
Nog even een uitleg
van een andere Duitsleraar .....
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Kijk nu terug naar de lesdoelen:
Na deze les
Ken je de regels voor het vervoegen van de zwakke werkwoorden.
Kan je met behulp van de regels de zwakke werkwoorden vervoegen.
Slide 18 - Tekstslide
Heb je de lesdoelen behaald?
Je kunt deze les net zo lang bekijken tot je het snapt.
Maar zonder leren en oefenen, gaat het niet
lukken ....
Succes met het extra werkblaadje!
🤓
Slide 19 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
4aso Zwakke werkwoorden Duits basis
Maart 2023
- Les met
22 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Zwakke werkwoorden Duits basis
Oktober 2024
- Les met
15 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Zwakke werkwoorden Duits
Oktober 2023
- Les met
21 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Feesttenten regel
20 dagen geleden
- Les met
16 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
vervoeging zwakke regelmatige werkwoorden les 1
September 2020
- Les met
35 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
Herhaling: zwakke werkwoorden Duits
Mei 2019
- Les met
30 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Zwakke werkwoorden Duits
September 2022
- Les met
23 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Zwakke werkwoorden Duits
Maart 2019
- Les met
31 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2,3