Herhaling Elektriciteit
1 / 11
Lesduur is: 5 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat beschrijft de grootheid spanning?
A
Het elektrisch 'verschil' in lading tussen de min- en pluspool van een schakeling
B
Geen idee
C
Het aantal elektronen dat door een draad loopt.
D
Het aantal elektronen die in een batterij zitten
Slide 2 - Quizvraag
De lading (Q) in een stroomdraad wordt verplaatst door?
Slide 3 - Open vraag
De stroom meten we positief in de richting plus naar min. Waarom loopt de lading de andere richting op?
Slide 4 - Open vraag
Wat is rendement?
A
Het deel van de energie dat niet nuttig wordt gebruikt
B
Het deel van de energie dat verloren gaat
C
Het deel van de energie dat omzet in een andere vorm van energie
D
Het deel van de energie dat nuttig wordt gebruikt
Slide 5 - Quizvraag
Wat is het rendement van deze fabriek?
A
62% = 370 MJ
B
38% = 230 MJ
C
138% = 830 MJ
D
100% = 600 MJ
Slide 6 - Quizvraag
De stroomsterkte in een draad is
A
De spanning tussen de min en pluspool
B
Afhankelijk van de hoeveelheid aanwezige lading in een draad
C
De lading per tijdseenheid die door de draad loopt
D
Onafhankelijk van de weerstand
Slide 7 - Quizvraag
Vermogen van een apparaat
A
Is gelijk aan de energie gebruikt door een apparaat
B
Beschrijft het tempo van energiegebruik van een apparaat
Slide 8 - Quizvraag
Wat is rendement?
A
Het deel van de energie dat niet nuttig wordt gebruikt
B
Het deel van de energie dat verloren gaat
C
Het deel van de energie dat omzet in een andere vorm van energie
D
Het deel van de energie dat nuttig wordt gebruikt
Slide 9 - Quizvraag
I
U
E
P
Q
Coulomb / seconde
Ohm / Ampére
Joule / seconde
Joule
Watt
kWh
Slide 10 - Sleepvraag
Beschrijf elektrische weerstand in je eigen woorden
