Bron 1: Let op! Lees deze bron goed, er volgen twee meerkeuzenvragen - Je kan niet terug naar de bron.
Uit een overeenkomst tussen de VOC en de koning van Cochin
(op Ceylon, 1663)
De koning van Cochin geeft aan de Compagnie de verzekering dat alle peper en wilde kaneel die in zijn rijk groeien, alleen aan de Compagnie geleverd zullen worden en dat al deze waren te Cochin op schepen van de Compagnie geladen zullen worden, zonder dat een ander land daar deel aan kan hebben.
Alle christenen die in Cochin wonen, zullen zich aan de wetten moeten houden die de Compagnie te Cochin uitvaardigt onder het gezag van de gouverneur van Ceylon.
In het land van Cochin zal men geen personen toelaten die de rooms-katholieke godsdienst hebben, behalve met uitdrukkelijke toestemming van de Compagnie.
Naar: J. Demey e.a., Geschiedenis in documenten, Amsterdam 1971