De leerlingen kennen ten minste de volgende aspecten van Nigeria: de natuurlijke hulpbronnen, de economische ongelijkheid en de verschillende klimaatzones.
Ze kunnen uitleggen hoe deze factoren bijdragen aan de armoede en rijkdom in het land.
Slide 3 - Tekstslide
Het lesdoel (2 min)
Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.
Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
Voorkennis
1. De leerlingen weten wat klimaatzones zijn.
2. De leerlingen weten wat een bevolkingsdiagram is.
3. De leerlingen weten wat natuurlijke hulpbronnen zijn.
Slide 4 - Tekstslide
Welke voorkennis is nodig voor het doel. Controleer of de leerlingen deze voorkennis beheersten door het stellen van Controle van Begrip vragen
Nigeria?
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Kenmerken?
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Kenmerken
Bron 1. klimaat
Bron 2. bevolking
Bron 3. economie
Slide 7 - Tekstslide
Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Waar zit Nigeria?
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Natuurlijke
hulpbronnen & welvaart
Slide 9 - Tekstslide
Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Wat valt op?
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Rijk maar toch arm?
Waar is het geld?
Slide 11 - Tekstslide
Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Controle van begrip: Wat zijn de drie belangrijkste natuurlijke hulpbronnen van Nigeria?
Slide 12 - Open vraag
De drie belangrijkste natuurlijke hulpbronnen van Nigeria zijn olie, gas en landbouwproducten.
Controle van begrip: Leg uit hoe economische ongelijkheid zichtbaar is in Nigeria.
Slide 13 - Open vraag
Economische ongelijkheid in Nigeria is zichtbaar door de grote verschillen in inkomen en welvaart tussen verschillende regio's. Er zijn gebieden met extreme armoede, waar mensen weinig toegang hebben tot basisvoorzieningen, en gebieden met aanzienlijke rijkdom, vaak geconcentreerd in stedelijke centra en olieproducerende regio's.
Controle van begrip: Beschrijf de verschillende klimaatzones van Nigeria en hun invloed op de landbouw.
Slide 14 - Open vraag
Nigeria heeft verschillende klimaatzones, waaronder savanne, tropisch regenwoud en steppe. De savanne is geschikt voor graan- en veeteelt, het tropisch regenwoud is gunstig voor de teelt van gewassen zoals cacao en rubber, en de steppe is minder vruchtbaar en geschikt voor extensieve veeteelt. Deze klimaatzones beïnvloeden de soorten gewassen die kunnen worden verbouwd en de landbouwmethoden die worden gebruikt.
Controle van begrip: Hoe dragen natuurlijke hulpbronnen bij aan de armoede en rijkdom in Nigeria?
Slide 15 - Open vraag
atuurlijke hulpbronnen zoals olie en gas genereren aanzienlijke inkomsten, maar de opbrengsten zijn vaak ongelijk verdeeld, wat bijdraagt aan economische ongelijkheid. De vruchtbaarheid van de grond in verschillende klimaatzones beïnvloedt de landbouwopbrengsten en daarmee het inkomen van boeren. In vruchtbare gebieden zoals het tropisch regenwoud is de welvaart vaak hoger dan in minder vruchtbare gebieden zoals de steppe.
Zelf aan de slag
Nigeria is rijk aan __________ zoals olie en gas, die een belangrijke rol spelen in de economie.
De economische ongelijkheid in Nigeria is zichtbaar door de grote verschillen in __________ en __________ tussen verschillende regio's.
De savanne, het tropisch regenwoud en de steppe zijn voorbeelden van verschillende __________ in Nigeria.
Slide 16 - Tekstslide
natuurlijke hulpbronnen
inkomen, welvaart
klimaatzones
Zelf aan de slag
Olie- en gaswinning vindt voornamelijk plaats in de __________ regio's van Nigeria.
In de tropische regenwoudzone van Nigeria worden gewassen zoals __________ en __________ verbouwd.
De steppezone in Nigeria is minder vruchtbaar en geschikt voor __________ veeteelt.
Slide 17 - Tekstslide
zuidelijke
cacao, rubber
extensieve
Zelf aan de slag
Economische ongelijkheid kan leiden tot verschillen in toegang tot basisvoorzieningen zoals __________ en __________.
De vruchtbaarheid van de grond in de savannezone is gunstig voor de teelt van __________ en __________.
De inkomsten uit natuurlijke hulpbronnen zoals olie zijn vaak __________ verdeeld over de bevolking.
Slide 18 - Tekstslide
gezondheidszorg, onderwijs
graan, veeteelt
ongelijk
Kleine afsluiting
Natuurlijke hulpbronnen
Economische ongelijkheid
Klimaatzones
Tropisch regenwoud
Savanne
Steppe
Welvaart
Welzijn
Regionale ongelijkheid
Extensieve veeteelt
Olie- en gaswinning
Slide 19 - Tekstslide
Kleine lesafsluiting (5 min)
Docent controleert begrip door opdrachten of vragen die de begrippen en vaardigheden van het lesdoel toetsen.
Leerlingen werken zelfstandig of in een groepje aan opdrachten, kunnen vragen stellen aan de docent maar werken grotendeels zelfstandig.
Controle van begrip vragen
(Aan)tekeningen
Tekening 1. Nigeria klimaat
Tekening 2. Nigeria economie
Tekening 3. Nigeria bevolking (Dichtheid en Geloof)
Slide 20 - Tekstslide
Zelfstandige verwerking (10 min)
Zelfstandig verwerken (ik → jij) 10 min. Docent laat leerlingen zelfstandig werken aan de eindopdracht of een debatstelling, beschikbaar voor hulp indien nodig.
Werken aan eindopdracht, zelfstandig of in groepen
Slide 21 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Zelf aan de slag
Maak een schetskaart van Nigeria met daarop:
- De klimaatzones
- De bevolkingsdichtheid
- Het BNP/inwoner
Slide 22 - Tekstslide
Zelfstandige verwerking (10 min)
Zelfstandig verwerken (ik → jij) 10 min. Docent laat leerlingen zelfstandig werken aan de eindopdracht of een debatstelling, beschikbaar voor hulp indien nodig.
Werken aan eindopdracht, zelfstandig of in groepen
Grote afsluiting
De leerlingen kennen ten minste de volgende aspecten van Nigeria: de natuurlijke hulpbronnen, de economische ongelijkheid en de verschillende klimaatzones.
Ze kunnen uitleggen hoe deze factoren bijdragen aan de armoede en rijkdom in het land.
Slide 23 - Tekstslide
Grote lesafsluiting (5 min)
De grote lesafsluiting vindt plaats aan het eind van de les, na de zelfstandige verwerking. Controleer begrip en werkhouding.
Leerlingen geven feedback over wat ze hebben geleerd en reflecteren op hun werkhouding.
Reflectiegesprek, leerlingen geven elkaar feedback
Docent geeft de leerlingen de tijd om zelf te oefenen met de lesstof en biedt ondersteuning indien nodig.
Leerlingen oefenen zelf met de lesstof door begrippen te oefenen met Quizlet, flashcards te maken en zichzelf te overhoren of topografie spellen online te doen.
Nigeria heeft een rijke verzameling van natuurlijke hulpbronnen.
Geef drie belangrijke natuurlijke hulpbronnen van Nigeria.
Slide 26 - Tekstslide
Olie, gas, landbouwproducten.
Vraag 2
(T1) 2 punten
In Nigeria is er sprake van grote economische ongelijkheid.
Leg uit hoe economische ongelijkheid zichtbaar is in Nigeria.
Slide 27 - Tekstslide
Economische ongelijkheid in Nigeria is zichtbaar door de grote verschillen in inkomen en welvaart tussen verschillende regio's. Er zijn gebieden met extreme armoede, waar mensen weinig toegang hebben tot basisvoorzieningen, en gebieden met aanzienlijke rijkdom, vaak geconcentreerd in stedelijke centra en olieproducerende regio's.
Vraag 3
(T2) 2 punten
Nigeria kent verschillende klimaatzones die de landbouw beïnvloeden.
Beschrijf de invloed van de savanne- en tropisch regenwoudzones op de landbouw in Nigeria.
Slide 28 - Tekstslide
De savanne is geschikt voor de teelt van graan en veeteelt vanwege de uitgestrekte graslanden. Het tropisch regenwoud is gunstig voor de teelt van cacao en rubber door het warme en vochtige klimaat dat deze gewassen nodig hebben om goed te groeien.
Vraag 4
(T1) 3 punten
De verschillende klimaatzones in Nigeria hebben invloed op de economische activiteiten. De savanne is geschikt voor __________ en __________, terwijl het tropisch regenwoud gunstig is voor de teelt van __________ en __________. In de steppezone wordt voornamelijk __________ veeteelt bedreven.
Slide 29 - Tekstslide
De savanne is geschikt voor graan en veeteelt, terwijl het tropisch regenwoud gunstig is voor de teelt van cacao en rubber. In de steppezone wordt voornamelijk extensieve veeteelt bedreven.