Gesprekken voeren

GESPREKKEN VOEREN
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

GESPREKKEN VOEREN

Slide 1 - Tekstslide

Doelen vandaag
  • Je krijgt informatie over het examen gesprekken voeren.
  • Je krijgt informatie over de inhoud van examen gesprekken voeren.
  • Je krijgt informatie over de beoordeling.
  • Je leert de theorie omtrent gesprekstechnieken en past deze toe in de oefeningen. 

Slide 2 - Tekstslide

GESPREKSTECHNIEKEN

WAAR DENK JE DAN AAN?

Slide 3 - Tekstslide

Een gesprek optimaal laten verlopen,
wat komt daarbij kijken?

Slide 4 - Woordweb

(T) Dit zijn de gespreksregels:
  • Gebruik beleefde taal en pas je taalgebruik aan de situatie aan
  • Laat elkaar uitpraten
  • Neem op gepaste wijze de beurt
  • Blijf bij het onderwerp dus begin niet zomaar over een ander onderwerp
  • Ga in op wat je partner zegt

Slide 5 - Tekstslide

Communiceren gebeurt mondeling (pratend).
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

Goed gesprek = luisteren
Actief luisteren 
Samenvatten - parafraseren  [controle info + leiding nemen]
Doorvragen [herhalen, verduidelijken, doorvragen, stilte]

Slide 8 - Tekstslide

Hoe kun je laten merken
dat je actief luistert?

Slide 9 - Woordweb

ACTIEF LUISTEREN
= BETROKKEN ZIJN

- afsluiten voor andere dingen, de rust om te luisteren
- lichaamstaal (zithouding, oogcontact, rust) 
- knikje, 'mimiek'
- luistergeluiden [hmhm]
- de ander laten uitpraten
- samenvatten / doorvragen




Slide 10 - Tekstslide

(T) SOORTEN VRAGEN
- open vragen 
- reflecterende vragen
- indirecte vragen
- gesloten vragen 
- suggestieve vragen
- directe vragen 

Slide 11 - Tekstslide

(T) SOORTEN VRAGEN
- open vragen                              (Wat heb je gisteren gedaan?)
- reflecterende vragen             (Wat verwacht je ervan?)
- indirecte vragen                       (Ik zou willen weten of je mee gaat)
- gesloten vragen                       (Heb je een computer bij je?)
- suggestieve vragen                (Dat vind jij toch ook niet leuk?)
- directe vragen                           (Ben je blij met je studiekeuze?)

Slide 12 - Tekstslide

(T) Opdracht 2
Bekijk het volgende fragment en beschrijf het volgende:
1. Wat gaat er goed in dit gesprek?
2. Wat gaat er niet goed in dit gesprek?



Slide 13 - Tekstslide

6 tips voor een goed gesprek

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Wat heeft een niveau/level
met een goed gesprek te maken?

Slide 17 - Woordweb

NIVEAU
Betrekking op relatie   
en eigen belang    | 

Slide 18 - Tekstslide



Slide 19 - Tekstslide

Het examen gesprekken voeren 1
  • Het examen is een dialoog. Je gesprekspartner is een docent. 
  • Het examen is een dialoog, maar het initiatief ligt bij jou!
  • Het gesprek moet ongeveer 8 minuten duren: 3F
  • Het gesprek moet ongeveer 6 minuten duren: 2

Slide 20 - Tekstslide

Het examen gesprekken
  • Je krijgt een examenboekje waarin de opdracht staat (thuis voorbereiden).
  • Je mag een briefje gebruiken met steekwoorden. 
  • Aanwezigen: docent Nederlands, beoordelaar/opname

Slide 21 - Tekstslide

De beoordeling
De beoordelaars letten op:
  • Beurten nemen:
  • Bijdragen aan samenhang:
  • Afstemming op doel:
  • Woordenschat en woordgebruik:
  • Vloeiendheid en verstaanbaarheid:
  • Grammatica:

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Zijn er nog vragen?
Schema invullen

Slide 35 - Tekstslide

Examenboekje
Je ontvangt het examenboekje eenmalig.
De examenboekjes worden nu uitgedeeld.

Slide 36 - Tekstslide

Bereid in tweetallen een gesprekje voor en kies allebei een 'niveau' uit de Roos van Leary.


Slide 37 - Tekstslide

Voer nog eens zo'n gesprek.

Probeer welke niveaus 
samen in een gesprek 
werken  en welke niet.

Slide 38 - Tekstslide

VOORBEELDEN VAN GESPREK

Slide 39 - Tekstslide

BUITEN DE KLAS?

luisteren
samenvatten
doorvragen

Slide 40 - Tekstslide

COMMUNICATIE
Maak een groepje van 4.
- 2 personen observeren
- 2 personen voeren het gesprek 

Wat gebeurt er allemaal/zie je tijdens de communicatie?

Wissel af wie er praten en observeren.

Slide 41 - Tekstslide

TOEPASSEN
GESPREKSTECHNIEKEN


Voer nog een keer zo'n gesprek.
Denk nu aan de gesprekstechnieken:
luisteren, samenvatten en doorvragen.

Observanten: wat gebeurt er/wat zie je/wat is anders?

Slide 42 - Tekstslide

Wat kun je met deze theorie
na deze les?

Slide 43 - Open vraag

Wat heb je geleerd?
Wat wil je nog leren of is onduidelijk?

Slide 44 - Open vraag

TERUGBLIK
Communicatie 
zender -[boodschap]- ontvanger

Ingrediënten voor goede communicatie
- LSD: luisteren, samenvatten, doorvragen
- Houding (lichaamstaal)
- Niveau 

Slide 45 - Tekstslide

Opdracht 1
Doel: Je bereidt je alvast voor op het examen Gesprekken voeren.
Dit doe je door fragmenten te bekijken en de gespreksvaardigheid te beoordelen. 
Op de volgende sheet staan 6 tips voor een goede gespreksvaardigheid. Bekijk elk fragment en beoordeel welke tip hierop van toepassing is of welke tip juist niet wordt nageleefd.

Slide 46 - Tekstslide