Gesprekken voeren

GESPREKKEN VOEREN
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

GESPREKKEN VOEREN

Slide 1 - Tekstslide

Doelen vandaag
  • Je krijgt informatie over het examen gesprekken voeren.
  • Je krijgt informatie over de inhoud van examen gesprekken voeren.
  • Je krijgt informatie over de beoordeling.
  • Je leert de theorie omtrent gesprekstechnieken en past deze toe in de oefeningen. 

Slide 2 - Tekstslide

GESPREKSTECHNIEKEN

WAAR DENK JE DAN AAN?

Slide 3 - Tekstslide

Een gesprek goed laten verlopen,
wat komt daarbij kijken?

Slide 4 - Woordweb

 Dit zijn de gespreksregels:
  • Gebruik beleefde taal en pas je taalgebruik aan de situatie aan
  • Laat elkaar uitpraten
  • Neem op gepaste wijze de beurt
  • Blijf bij het onderwerp dus begin niet zomaar over een ander onderwerp
  • Ga in op wat je partner zegt

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 3: Gespreksvaardigheid
Bekijk het volgende fragment (uit 24 uur met Theo Maassen en Hadewyn Minis)
Ga naar de tijd: 17:00 min.- 19:30 en beantwoord de volgende vraag: 

Houden de gesprekspartners zich aan de gespreksregels?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Communiceren:
A
Knikken
B
Spreken
C
Gezichtsuitdrukking
D
Appen

Slide 8 - Quizvraag

https://www.youtube.com/shorts/C9GbhdfEWVs


Alleen eerste z/w filmpje Mr. Bean

Slide 9 - Tekstslide

Goed gesprek = luisteren
Actief luisteren 

Samenvatten 

Doorvragen 

Slide 10 - Tekstslide

Hoe kun je laten merken
dat je actief luistert?

Slide 11 - Woordweb

ACTIEF LUISTEREN
= BETROKKEN ZIJN

- afsluiten voor andere dingen, de rust om te luisteren
- lichaamstaal (zithouding, oogcontact, rust) 
- knikje, 'mimiek'
- luistergeluiden [hmhm]
- de ander laten uitpraten
- samenvatten / doorvragen




Slide 12 - Tekstslide

Vragen stellen= betrokken zijn
- open vragen                              (Wat heb je gisteren gedaan?)
- reflecterende vragen             (Wat verwacht je ervan?)
- indirecte vragen                       (Ik zou willen weten of je mee gaat)
- gesloten vragen                       (Heb je een computer bij je?)
- suggestieve vragen                (Dat vind jij toch ook niet leuk?)
- directe vragen                           (Ben je blij met je studiekeuze?)

Slide 13 - Tekstslide

Het examen gesprekken voeren 1


  • Het examen is een dialoog
  • Het examen is een dialoog, maar het initiatief ligt bij jou!
  • Het gesprek moet ongeveer 7 minuten duren: 2F

Slide 14 - Tekstslide

De beoordeling
De beoordelaars letten op:
  • Beurten nemen:
  • Bijdragen aan samenhang:
  • Afstemming op doel:
  • Woordenschat en woordgebruik:
  • Vloeiendheid en verstaanbaarheid

Slide 15 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?
Wat wil je nog leren of is onduidelijk?

Slide 16 - Open vraag

Gesprekken voeren/oefenen examen
Maak een groepje van 3 of4.
- 1 of 2 personen observeren
- 2 personen voeren het gesprek 

Wat gebeurt er allemaal/zie je tijdens de communicatie?

Wissel af wie er praten en observeren.

Slide 17 - Tekstslide