1B 10 feb 25 (meer dan lezen paragraaf 5)
1 / 21
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Wat is een alinea?
A
Een lijst met opsommingstekens.
B
Een enkel woord.
C
Een groep zinnen over één onderwerp.
D
Een hele pagina tekst.
Slide 5 - Quizvraag
Wat is waar?
Inleiding-middenstuk-slot
Inleiding-middenstuk-slot
A
De inleiding is altijd één alinea.
B
De laatste alinea van de tekst is het slot.
Slide 6 - Quizvraag
Wat is waar?
inleiding-middenstuk-slot
inleiding-middenstuk-slot
A
Het middenstuk is het grootste gedeelte van de tekst.
B
Het eerste deel van de tekst heet het SLOT
Slide 7 - Quizvraag
Wat is waar?
inleiding-middenstuk-slot
inleiding-middenstuk-slot
A
Een inleiding bestaat uit één zin.
B
In het slot wordt het belangrijkste herhaald.
Slide 8 - Quizvraag
Kies het juiste woord:
In een [inleiding / middenstuk / slot] van een tekst
maak je kennis met het onderwerp van de tekst.
In een [inleiding / middenstuk / slot] van een tekst
maak je kennis met het onderwerp van de tekst.
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot
Slide 9 - Quizvraag
Alle teksten hebben een inleiding - middenstuk - slot
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Introductie van het onderwerp
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot
Slide 12 - Quizvraag
Conclusie
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot
Slide 13 - Quizvraag
Anekdote (= leuk verhaaltje, weetje)
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot
Slide 14 - Quizvraag
Wat is een synoniem voor 'mooi'?
A
prachtig
B
lelijk
C
oud
D
slecht
Slide 15 - Quizvraag
Samenvatting
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot
Slide 16 - Quizvraag
Wat is een synoniem voor 'blij'?
A
vrolijk
B
verdrietig
C
boos
D
moe
Slide 17 - Quizvraag
Afronding
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot
Slide 18 - Quizvraag
Wat is een synoniem voor 'huis'?
A
tuin
B
gebouw
C
straat
D
woning
