werkwoordspelling
1 / 19
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat moet er op de puntjes staan?
Toen ik even niet oplette, bran...e het vlees aan.
Toen ik even niet oplette, bran...e het vlees aan.
A
tt
B
dd
C
t
D
d
Slide 2 - Quizvraag
Wat moet er op de puntjes staan?
De kat krab.... afgelopen nacht aan de deur.
De kat krab.... afgelopen nacht aan de deur.
A
de
B
te
C
den
D
ten
Slide 3 - Quizvraag
Wat moet er op de puntjes staan?
Kun je deze vraag even toelich.......
Kun je deze vraag even toelich.......
A
tten
B
de
C
ten
D
den
Slide 4 - Quizvraag
Wat moet er op de puntjes staan?
Afgelopen maand zijn onze buren verhuis....
Afgelopen maand zijn onze buren verhuis....
A
t
B
d
Slide 5 - Quizvraag
Wat moet er op de puntjes staan?
Toen de bui over was, aanvaar...en we de terugtocht.
Toen de bui over was, aanvaar...en we de terugtocht.
A
tt
B
dd
C
t
D
d
Slide 6 - Quizvraag
Wat moet er op de puntjes staan?
Je geloof...... je ogen niet toen je het cadeau zag.
Je geloof...... je ogen niet toen je het cadeau zag.
A
t
B
d
C
te
D
de
Slide 7 - Quizvraag
Wat moet er op de puntjes staan?
Wie beheer... tegenwoordig de clubkas?
Wie beheer... tegenwoordig de clubkas?
A
dt
B
dd
C
t
D
d
Slide 8 - Quizvraag
Wat moet er op de puntjes staan?
Nadat ze gescheiden waren voe...... hun kind samen op.
Nadat ze gescheiden waren voe...... hun kind samen op.
A
d
B
dd
Slide 9 - Quizvraag
Wat moet er op de puntjes staan?
Het popconcert werd in de pers heel gunstig beoordeel...
Het popconcert werd in de pers heel gunstig beoordeel...
A
dt
B
dd
C
t
D
d
Slide 10 - Quizvraag
Wat moet er op de puntjes staan?
De coach had zich lang ingehouden, maar vorige week ............. hij het team uit.
De coach had zich lang ingehouden, maar vorige week ............. hij het team uit.
A
schold
B
schelde
Slide 11 - Quizvraag
Wat moet er op de puntjes staan?
Nadat de stad verover... was, trok het leger weg.
Nadat de stad verover... was, trok het leger weg.
A
dt
B
d
C
t
D
tt
Slide 12 - Quizvraag
Wat moet er op de puntjes staan?
Iedereen vervul.... een rol in het toneelstuk.
Iedereen vervul.... een rol in het toneelstuk.
A
t
B
d
Slide 13 - Quizvraag
Wat moet er op de puntjes staan?
Gisteren skat........ de kinderen in het park.
Gisteren skat........ de kinderen in het park.
A
en
B
eten
C
ten
Slide 14 - Quizvraag
Wat moet er op de puntjes staan?
Wie zonder uitkijken door de straat skeelert of skateboar..., vraagt om ongelukken.
Wie zonder uitkijken door de straat skeelert of skateboar..., vraagt om ongelukken.
A
dd
B
d
C
t
D
dt
Slide 15 - Quizvraag
Wat moet er op de puntjes staan?
Op een mooie zomerdag wordt er veel gebarbecue...
Op een mooie zomerdag wordt er veel gebarbecue...
A
t
B
d
Slide 16 - Quizvraag
Wat moet er op de puntjes staan?
Pas op anders bran.... je je vingers!
Pas op anders bran.... je je vingers!
A
dt
B
d
C
t
Slide 17 - Quizvraag
Wat moet er op de puntjes staan?
Het wor.... morgen mooi weer.
Het wor.... morgen mooi weer.
A
dt
B
d
C
t
Slide 18 - Quizvraag
Wat moet er op de puntjes staan?
Hij downloa....e het bestand op zijn telefoon.
Hij downloa....e het bestand op zijn telefoon.
A
dd
B
d
C
dt
D
t
