- Je kan de cashflow berekenen met een winstreserve.
- Je kan de terugverdientijd van een investering berekenen.
HUISWERK: Opdracht 11 t/m 19 van liquiditeit en cashflow.
Slide 14 - Tekstslide
Wat is cashflow?
Cashflow betekent letterlijk de kasstroom of het kasoverschot.
De cashflow is het geld dat binnen een bedrijf over blijft, nadat alles is betaald.
Slide 15 - Tekstslide
Hoe bereken je de cashflow?
Slide 16 - Tekstslide
Hoe bereken je de cashflow?
Slide 17 - Tekstslide
Opdracht
Marja heeft een eigen groothandel in graszaden en bloembollen.
Het afgelopen jaar wist zij een nettowinst van € 56.000,- te behalen.
Uit de boekhouding blijkt dat Marja voor € 8.600,- heeft afgeschreven op bedrijfsmiddelen. Voor privé heeft Marja € 27.000,- opgenomen.
Bereken Marja haar cashflow.
Slide 18 - Tekstslide
Bereken Marja haar cashflow.
Slide 19 - Open vraag
Uitwerking
Slide 20 - Tekstslide
Je kan de cashflow nog sneller uitrekenen!
De winstreserve is het verschil tussen het oude en het nieuwe eigen vermogen van een bedrijf.
Slide 21 - Tekstslide
Voorbeeld
Hans Schipstra is manager van een groothandel in Arnhem.
Met deze groothandel heeft Hans het afgelopen boekjaar de volgende resultaten behaald:
Slide 22 - Tekstslide
Voorbeeld
De cashflow bestaat uit de nettowinst (er zijn geen privéverrekeningen) + afschrijvingen.
Slide 23 - Tekstslide
Wat ook kan!
Slide 24 - Tekstslide
Opdracht
Bereken de cashflow
De afschrijvingen bedroegen € 8.750,-.
Slide 25 - Tekstslide
Bereken de cashflow
Slide 26 - Open vraag
Uitwerking
Slide 27 - Tekstslide
Terugverdientijd
De terugverdientijd is daarom de tijdsperiode waarbinnen een investering is terugverdiend met behulp van de jaarlijkse cashflow.
Slide 28 - Tekstslide
Opdracht
Hans is vestigingsmanager van een groothandel. Hij wil investeren in een uitbreiding van het magazijn om webwinkels met groothandelsservices te ondersteunen. Het uitbreiden en inrichten van het magazijn gaat € 80.000,- kosten. De jaarlijkse gemiddelde cashflow van Hans bestaat uit de winstreserve en de afschrijvingen. In totaal is de jaarlijkse cashflow € 30.000,- Dit is de netto cashflow, dus na betaling van belastingen. Om goedkeuring voor deze investering te vragen gaat Hans de terugverdientijd berekenen.
Bereken de terugverdientijd.
Slide 29 - Tekstslide
Bereken de terugverdientijd.
Slide 30 - Open vraag
Uitwerking
Slide 31 - Tekstslide
Uitwerking
Slide 32 - Tekstslide
Zijn er vragen?
Slide 33 - Tekstslide
Aan de slag!
Wat? Opdracht 5 t/m 9 van liquiditeit en cashflow.
Hoe? Volgens het stoplicht
Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.