thema 8 groep 6

thema 8 groep 6
We kunnen de PV in een zin vinden en 
aangeven of dit een 1e of 2e zinsdeel is.
We kunnen daarna het onderwerp vinden en
aangeven of dit een 1e of 3e zinsdeel is.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

thema 8 groep 6
We kunnen de PV in een zin vinden en 
aangeven of dit een 1e of 2e zinsdeel is.
We kunnen daarna het onderwerp vinden en
aangeven of dit een 1e of 3e zinsdeel is.

Slide 1 - Tekstslide

PV?
Het meisje heeft lang geschommeld.
A
geschommeld (4)
B
lang (3)
C
heeft (2)

Slide 2 - Quizvraag

onderwerp?
Het meisje heeft lang geschommeld.
A
heeft (2)
B
Het meisje (1)
C
geschommeld (4)
D
lang (3)

Slide 3 - Quizvraag

Vind de PV en onderwerp en zet erachter welk zinsdeel het is.
voorbeeld:
Hij ( ond 1) / gaf (pv 2) / zijn dochter/ een deken.

Slide 4 - Open vraag

Ze /heeft /de hond /een bot/ gegeven.

Slide 5 - Open vraag

Heb / jij/ gisteren/ dat programma/ gezien?

Slide 6 - Open vraag

Heeft /de duif /een briefje /gebracht?

Slide 7 - Open vraag

Wat / kan / ik / echt goed?

Slide 8 - Open vraag

zelfstandig naamwoord

Slide 9 - Woordweb

Op welk nummer (zinsdeel) staat het onderwerp in de volgende zin?
De kinderen hebben zin in de vakantie.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 10 - Quizvraag

Zelfstandige naamwoorden kunnen in enkelvoud of meervoud staan.
Sommige zijn bijzonder die hebben alleen een enkelvoud of meervoud.

Slide 11 - Open vraag

Vind de znw in de volgende zinnen en geef aan ev / mv of beide.
De koeien eten gras en geven melk.

Slide 12 - Open vraag

De sneeuw ligt als watten op het dak.

Slide 13 - Open vraag

Ik hou meer van rijst dan van pasta's.

Slide 14 - Open vraag

sommige bijvoeglijke naamwoorden zijn onnodig, ze zijn dubbelop.
denk aan: een ronde bal.

Slide 15 - Open vraag

voorbeelden van dubbelop bijvnw met het znw als in het voorbeeld.

Slide 16 - Woordweb

Stoffelijke bijvnw krijgen altijd -en op het eind.
voorbeeld : een houten tafel

Slide 17 - Open vraag

Een ring van goud is een ............ring.
A
gouden
B
goude
C
goud

Slide 18 - Quizvraag

Een muur van steen is een......... muur.
A
steen
B
stene
C
stenen

Slide 19 - Quizvraag

Een ring van zilver is een ............. ring.
A
zilver
B
zilveren
C
zilvere

Slide 20 - Quizvraag

De ..................... tafel is helemaal nieuw (hout)

Slide 21 - Open vraag

De ..................... kast is heel mooi. ( glas)

Slide 22 - Open vraag

Ik wil graag een ............ tas. (nieuw)

Slide 23 - Open vraag

Heb jij ook een ........... auto. (rood)

Slide 24 - Open vraag

Dit is een ................... beker. (papier)

Slide 25 - Open vraag