De werkgelegenheid was zo groot dat vanaf 1950 dat er niet genoeg Nederlanders waren om al het werk te doen. Een deel van dat werk werd gedaan door gastarbeiders: buitenlandse werknemers.
Turkije
Marokko
Gevolg op de lange termijn Multiculturele samenleving.
Slide 15 - Tekstslide
Automatisering en globalisering
In de jaren 1970 sloten veel industriebedrijven hun fabrieken of verplaatsten hun productie naar landen waar de productiekosten lager waren.
Nederlandse bedrijven automatiseren. Eind jaren 1970 grote werkloosheid.
Minder fabrieksbanen, meer banen in de dienstensector.
automatisering: vervanging van mensenwerk door uit zichzelf werkende machines. postindustriële samenleving: maatschappij waarin de dienstensector de grootste economische sector is
Slide 16 - Tekstslide
Robots en computers in een autofabriek (Born, omstreeks 2000
Slide 17 - Tekstslide
Automatisering en globalisering
Nederland profiteerde van de globalisering en door de oprichting van de EU in 1993 konden Nederlandse bedrijven makkelijker handelen binnen de EU.
Eind van de jaren 1990 informatiemaatschappij, waarin mensen veel ICT gebruiken in hun werk en vrije tijd.
globalisering:groeiende economische, politieke en culturele verbondenheid op de wereld.
EU: Europese Unie (vanaf 1993).
informatiemaatschappij: samenleving waarin informatie- en communicatietechnologie (ICT) erg belangrijk zijn
Slide 18 - Tekstslide
Aan de slag
Instructie:
Lezen blz. 22 t/m 24
Maak van 1.3 eerst de (vaardigheden)vragen: 2, 4, 5, 7 en 8
1.3 de tijd van televisie en computers 1 t/m 9
Daarna beantwoord de leerdoelen in je schrift
Je mag rustig samen werken, of muziek luisteren.
Schuif aan bij de instructietafel voor extra hulp/uitleg
Slide 19 - Tekstslide
Check!
Slide 20 - Tekstslide
Programma
HW controleren
Begrippen
Vorige les - Lessonup
Video verzorgingsstaat
2.3 lezen en maken
Terugblik
Lessonupcode: GGKIO
Slide 21 - Tekstslide
Leerling
Begrip
Slide 22 - Tekstslide
Hoofdvraag
Hoe kan Nederland van crisis en oorlog herstellen?
Slide 23 - Tekstslide
1. Hoe kun je aan de hand van de bron zien welk land het Marshallplan introduceerde. 2. Leg aan de hand van de rechter afbeelding uit wat het doel van het Marshallplan was
Slide 24 - Open vraag
Ná de oorlog
Wederopbouw
Marshallplan
Overheid maakt afspraken met vakbonden: lonen laag
Slide 25 - Tekstslide
Doelen
Je weet hoe de economie zich ontwikkelde na 1945
Je kunt uitleggen hoe de verzorgingsstaat werd opgebouwd
Je begrijpt hoe en waardoor de verzorgingsstaat werd herzien
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Video
Klopt de volgende stelling: De verzorgingsstaat is er alleen voor armen en werklozen
A
Ja
B
Nee
Slide 28 - Quizvraag
Zelfstandig de uitleg doornemen
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
Aan de slag
Instructie:
Lezen 2.3 bladzijde 60 t/m 62.
timer
5:00
Slide 38 - Tekstslide
Aan de slag
Instructie:
Maak van 2.3 eerst de (vaardigheden) vragen: 2, 6, 7 en 8
2.3 de tijd van televisie en computers 1 t/m 9
Je mag rustig samen werken, of muziek luisteren.
Schuif aan bij de instructietafel voor extra hulp/uitleg
Klaar? Maak van bladzijde 70 en 71 de vragen: 1 t/ 6
Eind van de les. Sleepvraag via Lessonup.
Slide 39 - Tekstslide
Periode van wederopbouw
Periode na de wederopbouw
Consumptiemaatschappij
Hard werken
lage lonen
stijgende lonen
periode na 1960
periode tussen 1945 en 1960
Slide 40 - Sleepvraag
Voor de toets
Slide 41 - Tekstslide
Programma
Vorige les - Lessonup
Oefenen bronvaardigheden
Terugblik
Lessonupcode: GGKIO
woensdag 30 november toets H1 + H2.
Slide 42 - Tekstslide
Periode van wederopbouw
Periode na de wederopbouw
Consumptiemaatschappij
Hard werken
lage lonen
stijgende lonen
periode na 1960
periode tussen 1945 en 1960
Slide 43 - Sleepvraag
1. Leg aan de hand van de spotprent uit dat de verzorgingsstaat onder druk staat
Je mag rustig samen werken, of muziek luisteren. Schuif aan bij de instructietafel voor het samen maken van een aantal opgaven.
Check de leerdoelenlijst in de studiewijzer per onderwerp staat die erin. Dus 1.1 en 2.1 zitten bij elkaar. Ga aan de slag met het maken van een woordweb samenvatting of woordkaartjes