1.2 - 2.2 - 3.2 Week van het gedicht

Poëzie
Deze week even iets heel anders: poëzie!

En zelf een gedicht, rap- of songtekst schrijven.

Komt jouw gedicht in een dichtbundel te staan?

DOE MAAR, DICHT MAAR!
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Poëzie
Deze week even iets heel anders: poëzie!

En zelf een gedicht, rap- of songtekst schrijven.

Komt jouw gedicht in een dichtbundel te staan?

DOE MAAR, DICHT MAAR!

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen van deze week
  • Je kunt uitleggen wat eindrijm is (1.2)
  • Je weet wat een rijmschema is (1.2) 
  • Ik weet wat een sonnet is en kan deze herkennen (1.2)

  • Je kunt uitleggen van enjambement is (2.2)

  • Je kunt uitleggen wat klinkerrijm / assonantie is (2.3)
  • Je kunt uitleggen wat beginrijm / alliteratie is (2.3)

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag les 1
  • Je kunt uitleggen wat eindrijm is (1.2)
  • Je kent de verschillende rijmschema’s (1.2)
  • Ik weet wat een sonnet is en kan deze herkennen (1.2)

  • Je kunt uitleggen van enjambement is (2.2)

  • Je kunt uitleggen wat klinkerrijm / assonantie is (3.3)
  • Je kunt uitleggen wat beginrijm / alliteratie is (3.3)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Even opfrissen van vorig jaar....

Wat zijn de kenmerken van een gedicht (poem)?

Wat is ook al weer een strofe (verse)?

Kun je het aantal strofes in een gedicht tellen?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Eindrijm (end rhyme)
Woorden aan het einde van de regel hebben dezelfde klank. 

Slide 9 - Tekstslide

Rijmschema (rhyme scheme)

Van het eindrijm kun je een rijmschema maken. 
 
Je geeft elke rijmklank een nieuwe letter.
De klank in de eerste regel a, de volgende klank b, etc.


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht - Sonnet vragen
Pak je boek en open op pagina 18.
We lezen samen het gedicht 'de kleine dieren van mijn jeugd'.

Werk samen:
Hoeveel strofen heeft dit gedicht? Noteer.
Hoeveel versregels heeft iedere strofe? Noteer.
Welk rijmschema zit er in dit gedicht? Noteer het schema.
In welke regel zit voor jou gevoel een wending (verandergin) in het verhaal?


Slide 15 - Tekstslide

Opdracht - Sonnet antwoorden
Hoeveel strofen heeft dit gedicht? 4
Hoeveel versregels heeft iedere strofe? 4-4-3-3
Welk rijmschema zit er in dit gedicht? ABBA -ABBA-CDE-CDE
In welke regel zit voor jou gevoel een wending in het verhaal? regel 11, waarom denk je?

Sonnet:
Een sonnet bestaat uit 14 regels, verdeeld in 2 strofen van 2 regels en 2 strofen van 3 regels. Het Het rijmschema is abba-abba-cdc-dcd of abba-abba-cde-cde.
In een sonnet zit een inhoudelijke wending (verandering in het verhaal), dit noem je de "volta".
Is dit gedicht dan een sonnet?  Maak nu zelf een eerste gedicht met opdracht 7.


Slide 16 - Tekstslide

Vandaag les 2
  • Je kunt uitleggen wat eindrijm is (1.2)
  • Je kent de verschillende rijmschema’s (1.2) 
  • Ik weet wat een sonnet is en kan deze herkennen (1.2)

  • Je kunt uitleggen van enjambement is (2.2)
  • Je kunt uitleggen wat klinkerrijm / assonantie is (3.3)
  • Je kunt uitleggen wat beginrijm / alliteratie is (3.3)

Slide 17 - Tekstslide

Even herhalen

Weet je het nog?

Slide 18 - Tekstslide

Welk eindrijm en rijmschema?

Vakantie is fijn
maar elke dag
dat ik naar school mag
is gelukkig zijn

Slide 19 - Tekstslide

Wat zijn de kenmerken van een sonnet?

Slide 20 - Woordweb

Enjambement
Enjambement betekent dat een versregel op een opvallend punt in de zin afgebroken wordt. 

Hierdoor:

> krijgt het laatste woord van de regel of het eerste woord van de volgende regel nadruk.

> maak je alle regels ongeveer even lang

> kies je bewust voor het weglaten van eindrijm 

Waar zit het enjambement in dit gedicht?

Slide 21 - Tekstslide

  Zit er enjambement in dit   
  gedicht Zo ja, waar?

Slide 22 - Tekstslide

Alliteratie en assonantie
Door alliteratie of assonantie te gebruiken,
kun je een gevoel of sfeer overbrengen.

a / aa > vreugde of juist angst
u / uu > twijfel
oo / oe > verdriet of juist liefde/passie
o > schrik
Welke emoties ervaar jij bij klinkers?


Slide 23 - Tekstslide

Alliteratie

Alliteratie is medeklinkerrijm.
De woorden in een zin beginnen dan met dezelfde medeklinker.

's Zomers stinken alle steden.
Stevig staat de sterke man op zijn standplaats in Stavoren.






Slide 24 - Tekstslide

Assonantie
Assonantie is klinkerrijm. De klinkers in een gedicht zijn dan gelijk.

En dan je hart, je jonge hart...

gisteren was ik van streek
vandaag ben ik weer heel
morgen maak ik opnieuw een troep
toch is overmorgen alles weer goed


Wat valt je op?



Slide 25 - Tekstslide

Alliteratie en assonantie
Zoek de (mede)klinkerrijm in deze gedichten:

Slide 26 - Tekstslide

Wat ga jij maken voor
Doe Maar Dicht Maar?
Gedicht
Raptekst
Songtekst

Slide 27 - Poll

Vandaag les 3
  • Je kunt uitleggen wat eindrijm is (1.2)
  • Je kent de verschillende rijmschema’s (1.2)
  • Ik weet wat een sonnet is en kan deze herkennen (1.2)

  • Je kunt uitleggen van enjambement is (2.2)

  • Je kunt uitleggen wat klinkerrijm / assonantie is (3.3)
  • Je kunt uitleggen wat beginrijm / alliteratie is (3.3)

Slide 28 - Tekstslide