Hoofdletters en leestekens

Welkom
Zelf hoofdletters en leestekens plaatsen.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Zelf hoofdletters en leestekens plaatsen.

Slide 1 - Tekstslide

ik vind voetbal korfbal fietsen zwemmen en hardlopen leuk.

Slide 2 - Open vraag

hij wil graag spelen met jan tim en ronald

Slide 3 - Open vraag

het feest in deventer begon om 3 uur

Slide 4 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van: bouwen
A
gebouwd
B
gebouwt

Slide 5 - Quizvraag

Welke spelling is juist:
A
januari
B
Januari

Slide 6 - Quizvraag

Welke spelling is juist:
A
zondag
B
Zondag

Slide 7 - Quizvraag

Welke spelling is juist:
A
lente
B
Lente

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van: fietsen
A
gefietsd
B
gefietst

Slide 9 - Quizvraag

Welke spelling is juist:
A
Sta op.
B
sta op!
C
Sta op!
D
sta op.

Slide 10 - Quizvraag

Welke spelling is juist:
A
Kom je ook.
B
Kom je ook?
C
Kom je ook:

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van: raken
A
geraakt
B
geraakd

Slide 12 - Quizvraag

hij woont in enschede maar hij is geboren in amerika

Slide 13 - Open vraag

gaat de mcdonalds deze week open of moet hij gesloten blijven

Slide 14 - Open vraag

Maak een zin met de volgende werkwoorden. Plaats een voegwoord.
feesten en slapen

Slide 15 - Open vraag

Maak een zin met de volgende werkwoorden. Plaats een voegwoord: rennen en vliegen

Slide 16 - Open vraag

Maak een zin met de volgende werkwoorden. Plaats een voegwoord: spelen en rusten

Slide 17 - Open vraag

Maak een zin met de volgende werkwoorden. Plaats een voegwoord.
dansen en staan

Slide 18 - Open vraag

Schrijf de 5 tekstdoelen op (aaiio)

Slide 19 - Open vraag

Een voorbeeld van een amuserende tekst?

Slide 20 - Open vraag

Een voorbeeld van een instructie?

Slide 21 - Open vraag

Bedankt
Neem alles mee wat je vandaag hebt geleerd. Zelfs binnen jouw vakgebied zal je ook eens correcte brieven moet schrijven.

Slide 22 - Tekstslide