Voorwerpenschrijfopdracht en betoog

Nederlands
Lezen
Voorwerpenschrijfopdracht en betoog
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Lezen
Voorwerpenschrijfopdracht en betoog

Slide 1 - Tekstslide

Lezen

Slide 2 - Tekstslide

Portfolio


Schrijfopdrachten

Droomweekend
Angstzweet
Voorwerpenschrijfopdracht of betoog
Geofuture-project

Portfolio


Boekopdrachten

Opdracht 1: boekverslag
Opdracht 2: recensie
Opdracht 3: keuze-opdracht

Slide 3 - Tekstslide

Schrijfopdracht 3
Je schrijft een verhaal met een voorwerp als hoofdpersoon.

mavo-XL: Je gaat aan de slag met een stelling en geeft je mening hierover.

Slide 4 - Tekstslide

Voorwerpenschrijfopdracht
Doel:
Je kan je inleven in iemand of iets anders.
Je gebruikt je fantasie.
Je kan een goed verhaal schrijven.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Voorwerpenschrijfopdracht




Eisen:
  • Ik-vorm​
  • Zintuiglijk verhaal​
  • Inleiding, kern, slot​
  • Er moet iets gebeuren​
  • Let op publiek en ​woordgebruik

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Voorwerpenschrijfopdracht

Stap 1: Kies een voorwerp.
Stap 2: Bedenk wat er met het voorwerp gaat gebeuren.
Stap 3: Schrijf in het kort op wat er in de inleiding, het middenstuk en het slot wordt verteld.
Stap 4: Start met schrijven.

Slide 10 - Tekstslide



mavo-XL: betoog

Slide 11 - Tekstslide

Betoog
Doel:

Je kan je inleven in de mening van iemand anders.​
Je leert een goed betoog schrijven.
Je leert je eigen mening op een overtuigende manier geven en deze te ondersteunen met argumenten.​

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Betoog

Stap 1: Een stelling formuleren

Stap 2: Schrijf voor jezelf op wat jouw standpunt is en bedenk minimaal drie argumenten. 

Stap 3: Ga op zoek naar een tegenargument en weerleg dit argument.

Stap 4: Start met het schrijven van je betoog.


Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Voorwerpenschrijfopdracht



Stap 1: Kies een voorwerp.
Stap 2: Bedenk wat er met het voorwerp gaat gebeuren.
Stap 3: Schrijf in het kort op wat er in de inleiding, het middenstuk en het slot wordt verteld.
Stap 4: Start met schrijven.



Let op:
- inleiding, middenstuk, slot
- spelling en formuleren (goede zinnen maken)
- hoofdletters en leestekens
- minimaal 400 woorden
Betoog



Stap 1: Een stelling formuleren
Stap 2: Schrijf voor jezelf op wat jouw standpunt is en bedenk minimaal drie argumenten. 
Stap 3: Ga op zoek naar een tegenargument en weerleg dit argument.
Stap 4: Start met het schrijven van je betoog.


Let op:
- inleiding, middenstuk, slot
- spelling en formuleren (goede zinnen maken)
- hoofdletters en leestekens
- minimaal 400 woorden

Slide 16 - Tekstslide