04b | §1.1: Landschappen in soorten en maten | ALDJ

Benodigdheden:
Pak je leerboek, werkboek en AK-schrift.
Verbindt je met LessonUp op je Chromebook.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Benodigdheden:
Pak je leerboek, werkboek en AK-schrift.
Verbindt je met LessonUp op je Chromebook.

Slide 1 - Tekstslide

  LESPROGRAMMA
Vandaag:
Deel 2 §1.1: Landschappen in soorten en maten
  • Leerdoelen van de les
  • Verschillende landschapsvormen gebergten/laagvlakten.
  • Oefenen: reliëfkaart & Europese gebergten
  • Aan de slag: opdrachten §1.1 + vaardigheden

Slide 2 - Tekstslide

  LEERDOELEN
Aan het einde van de les...

  1. … kan je op een (atlas)kaart bepalen of een
    gebied een gebergte of een laagvlakte is.

  2. … kan je een hoogteprofiel met behulp
    van hoogtelijnen tekenen.

Slide 3 - Tekstslide

Vorige les:

Slide 4 - Tekstslide

Vorige les:

Slide 5 - Tekstslide

  LANDSCHAPSVORMEN
HOOGGEBERGTE
Hoogte:  1,500 meter of hoger
Alpen, Andes, Rocky Mountains, Himalaya
MIDDELGEBERGTE
Hoogte:  500 - 1,500 meter
Vogezen (FR) Harz, Sauerland, Schwarzwald (DU) 
LAAGGEBERGTE / HEUVELLAND
Hoogte:  200 - 500 meter
Vaalserberg (maximale hoogte 322 meter)
LAAGLAND
Hoogte:  0 - 200 meter
Povlakte (IT)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Kaart

Slide 8 - Tekstslide

  OPDRACHT 4
    Alpen
    Schotse Hooglanden
    Noord-Duits-Laagland
    Apennijnen
    Vlaams laagland
    Pyreneën
Alpen
Alpen
Het hoogste punt van de Alpen is de Mont Blanc (4,808 meter hoog). Deze bergtop betekent letterlijk 'witte berg'. Niet gek, want op de bergtop ligt eeuwige sneeuw! De Alpen zijn ongeveer 110 miljoen jaar geleden ontstaan.
Schotse Hooglanden
Schotse hooglanden
De top van de Schotse Hooglanden is de Ben Nevis (1,344 meter hoog). Het gebied is ongeveer 445 miljoen jaar geleden ontstaan.
Noord-Duits-Laagland
Noord-Duits-laagland
De Noord-Duitse laagvlakte is de laagvlakte waar het Nederlands landschap toe behoort. De maximale hoogte is ongeveer 200 meter. De belangrijkste rivieren die bijdragen aan de vorming van de laagvlakte zijn de Rijn, de Eems, de Wezer, de Elbe en de Oder.

Appenijnen
Appenijnen
De Appenijnen zijn een gebergte in Italië, die zich uitstrekken over de hele lengte van het schiereiland. De hoogste top van het gebergte is de Corno Grande (2,912 meter hoog). Vooral aan de oostkust van Italië is de afdaling naar het zeewater heel steil en diep.
Vlaams laagland
Vlaams laagland
De zuiderburen hebben in Vlaanderen, het westen van België, net zoveel reliëf als wij in Nederland gewend zijn. We kunnen zeker niet spreken van een vlakte, want er komen wel hoogteverschillen voor. Deze hoogteverschillen komen echter niet boven de 200 meter voor.
Pyreneeën
Pyreneeën
De natuurlijke grens tussen Spanje en Frankrijk. Het gebergte is ongeveer 55 miljoen jaar geleden ontstaan. In totaal kent de Pyreneeën 129 bergpieken, allen met een hoogte van 3,000 meter of meer. Het hoogste punt van de Pyreneeën is de Aneto (3,404 meter hoog).
Wat moet ik doen?
Maak opdracht 4 van §1.1: Landschappen in soorten en maten. In de opdracht staat dat je een atlaskaart nodig hebt. Voor deze kaart kan je de afbeelding hiernaast bekijken. Klik op de verschillende hotspots (de plaatjes naast de namen van de bergen) om meer informatie te krijgen per gebergte. Met deze informatie kan je de opdracht in je werkboek maken!

Slide 9 - Tekstslide

  AAN DE SLAG!
Wat:

Hoe:

Hulp:

Tijd:

Resultaat:



Klaar?
Maak opdracht 4 van §1.1 (werkboek p.8) én opdracht 4 en 5 van de vaardighedenparagraaf (werkboek p.6-7).
Zelfstandig.

Gebruik je aantekening van de gebergtevormen en de leertekst van §1.1.

15 minuten

Je kan met behulp van een reliëfkaart bepalen welke gebergtevorm een landschap heeft. Je kan ook een hoogteprofiel met behulp van hoogtelijnen tekenen.

Maak opdracht 5 van §1.1 (werkboek p.9).
  Huiswerk:
- §1.1: opdr. 4 + 5 (werkboek p.8-9)
- vaardigheden: opdr. 4 en 5                 (werkboek p.6-7).

Slide 10 - Tekstslide

WAT VIND JIJ:
Met de slide met de hotspots (reliëfkaart) vond ik het maken van de werkboekopdracht 4 makkelijker en leuker.
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll

  LEERDOELEN
Aan het einde van de les...

  1. … kan je op een (atlas)kaart bepalen of een
    gebied een gebergte of een laagvlakte is.

  2. … kan je een hoogteprofiel met behulp
    van hoogtelijnen tekenen.

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk voor volgende les:

§1.1: Opdracht 4 + 5 (werkboek p.8-9)
Vaardigheden: Opdracht 4 + 5 (werkboek p.6-7)

Slide 13 - Tekstslide