In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Fase 2
Fase 2.3B
Taal
Vrij schrijven
Slide 1 - Tekstslide
Vrij schrijven
Schrijven, zoals je wil.. Helemaal vrij..
Denk aan: Korte verhaaltjes & gedichten
Slide 2 - Tekstslide
Wat ga je vandaag leren?
- Wat vrij schrijven is
- Zelf een kort verhaaltje schrijven
- Je fantasie gebruiken!!
Slide 3 - Tekstslide
Vrij schrijven
- Gebruik je fantasie
- Schrijf alles wat in je op komt
- Schrijven binnen 1 minuut
- Schrijf minimaal 4 regels
Slide 4 - Tekstslide
Personages
- In je verhaal komen personen voor, we noemen dat personages
- Het perspectief is belangrijk. Vertel je het vanuit een persoonlijk eigen perspectief, dan is "ik" het hoofdpersonage.
Slide 5 - Tekstslide
Personages
- Iemand anders het hoofdpersonage, dan schrijf je vanuit dat perspectief.
- Personages hebben eigenschappen. Daarom zijn ze wie ze zijn. Noteer op de volgende sheet de letters van je naam en schrijf achter elke letter een eigenschap. Bijvoorbeed: G: gezellig
Slide 6 - Tekstslide
Schrijf achter elke letter van je naam een eigenschap die begint met die letter. Zeker 5 letters. Heb je een korte naam dan noteer je twee verschillende eigenschappen met de letters van je naam
Slide 7 - Open vraag
Gebeurtenissen
Er moet iets gebeuren in je verhaal.
Dat maakt het verhaal spannend. Daar gaan we nu eerst aan werken.
Gebruik je fantasie
Slide 8 - Tekstslide
Hoe komt deze auto in de boom?
Slide 9 - Tekstslide
Hoe komt deze auto in de boom? (4 regels)
timer
1:00
Slide 10 - Open vraag
Waarom staat dit huis op de kop?
Slide 11 - Tekstslide
Waarom staat dit huis op de kop (4 regels)
timer
1:00
Slide 12 - Open vraag
Wat is hier aan de hand?
Slide 13 - Tekstslide
Wat is hier aan de hand? (4 regels)
Slide 14 - Open vraag
Ik kan een kort verhaal schrijven bij een foto
😒🙁😐🙂😃
Slide 15 - Poll
Kort verhaal schrijven
Je gaat een kort (verzonnen) verhaal schrijven.
Je krijgt een persoon, plaats en voorwerp. Deze moeten alle drie in je verhaal voorkomen.
HOE? Gebruik je fantasie!
Niks is fout, alles mag en kan!!
Slide 16 - Tekstslide
Draai aan het rad
Je krijgt nu een persoon, hierover moet je verhaaltje gaan.
Slide 17 - Tekstslide
Draai aan het rad
Je krijgt nu een plaats, hier speelt jouw verhaal zich af.
Slide 18 - Tekstslide
Draai aan het rad
Je krijgt nu een voorwerp, dit moet in je verhaal terugkomen.
Slide 19 - Tekstslide
Typ hier je verhaal van 4 regels
Slide 20 - Open vraag
Ik kan een kort verhaal schrijven en mijn fantasie gebruiken