economische dimensie week 8

Lesdoelen
  • De student leert over duurzaamheid 
  • De student reflecteert eigen gedrag binnen duurzaamheid
  • nieuwsquiz
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lesdoelen
  • De student leert over duurzaamheid 
  • De student reflecteert eigen gedrag binnen duurzaamheid
  • nieuwsquiz

Slide 1 - Tekstslide

Duurzaamheid
Je kunt producten kopen die duurzaam zijn geproduceerd. ​


Duurzaam betekent letterlijk dat iets lang mee gaat 
  • iets brengt zo min mogelijk schade toe aan milieu, mens en dier.​
  • Dieren zijn onder diervriendelijke omstandigheden gehouden ​
  • Er zijn zo min mogelijk fossiele brandstoffen (olie, aardgas, etc.) gebruikt​
  • Er zijn zo min mogelijk giftige stoffen en milieuvervuilende technieken gebruikt​
  • Er is zo min mogelijk afval geproduceerd​
  • Schade aan de natuur, zoals bomenkap in natuurgebieden, is tegengegaan​
  • Waterverspilling is tegengegaan​

Biologische producten​
Fair trade​










Slide 2 - Tekstslide

Duurzame keuzes
Als consument kun je duurzame keuzes maken en dus bijdragen aan duurzame productie ​

 ​
  • Recycling​
  • Groene energie​
  • Duurzaam vervoer​
  • Keurmerk 




Slide 3 - Tekstslide

Afval scheiden
In veel gemeentes zijn aparte afvalcontainers voor: ​

  • Papier​
  • Glas​
  • Plastic​
In de supermarkt: batterijen en spaarlampen ​
Inzamelpunten voor grofvuil ​

Als je afval scheidt, kan het gerecycled worden. Bij recycling wordt afval bewerkt en omgezet in een nieuw product 






Slide 4 - Tekstslide

Weetjes

  • Vijf lege plastic drankverpakkingen kunnen worden gerecycled tot materiaal om een ski-jack te vullen. 26 flessen maken een heel skipak.​
  • Een ton papier recyclen bespaart 17 bomen, duizenden liters water en kan een huis vijf maanden van energie voorzien.​
  •  Het duurt gemiddeld zeven weken om een oud blikje tot een nieuwe te recyclen.​
  • In de zee geworpen plastic zakken doden elk jaar ongeveer een miljoen zeedieren.​
  • Driekwart van al het afval in Nederland wordt opnieuw gebruikt.




Slide 5 - Tekstslide

Energie
Andere manier om rekening te houden met het milieu: ​

  • Korter douchen ​
  • Apparaten of verwarming niet onnodig aan te laten staan ​
  • Huis goed isoleren ​
​Hoe meer energie er bespaard wordt, hoe minder fossiele brandstoffen er worden gebruikt: ​
  • Aardolie: gas om te koken ​
  • Aardgas: benzine ​
  • Opwekken elektriciteit ​
Schadelijk voor het milieu én kunnen opraken ​
Milieuvriendelijk alternatief is groene energie: opgewerkt uit duurzame energiebronnen 










Slide 6 - Tekstslide

Vervoer

Slide 7 - Tekstslide

Keurmerk


Voldoet aan bepaalde kwaliteitseisen​

  •  Een onafhankelijke instantie bepaalt of een bedrijf/product een keurmerk krijgt ​
​Vaak zijn producten met een keurmerk duurder, omdat het productieproces meer geld kost ​


Slide 8 - Tekstslide

Ecologische voetafdruk
Keuzeopdracht

Slide 9 - Tekstslide

De ecologische voetafdruk is de ruimte die we per persoon innemen op aarde. Deze ruimte wordt berekend op basis van jouw levensstijl. Alles wat je consumeert kost namelijk ruimte. 

Slide 10 - Tekstslide

  • eten en drinken
  • papierverbruik
  • energieverbruik
  • hergebruik,/alles nieuw 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Lesopdracht: Kijk zelf 1 van de onderstaande filmpjes
Schrijf op:
Wat valt je op?
Wat wist je nog niet?
Welk gedrag herken je bij jezelf?
Waar zou jij iets aan kunnen doen?

Deel dit met de klas

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Slide 15 - Link

Keuzeopdracht
Vul 1 van deze tests in en deel:

  • kies voor voedselafdruk of voetafdruk

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Slide 18 - Link

Evaluatie

Slide 19 - Tekstslide

Lesdoelen
  • De student leert over duurzaamheid 
  • De student reflecteert eigen gedrag binnen duurzaamheid
  • nieuwsquiz
     

Slide 20 - Tekstslide